Home

Rechtbank Amsterdam, 14-02-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:807, 13/845013-15

Rechtbank Amsterdam, 14-02-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:807, 13/845013-15

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
14 februari 2017
Datum publicatie
14 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2017:807
Zaaknummer
13/845013-15

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft als belastingadviseur over een lange periode op grote schaal namens zijn klanten onjuiste aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ingediend. Tijdens het opmaken van de aangiften vulde hij zomaar bedragen in of voerde hij kostenposten op, terwijl zijn klanten deze kosten niet mochten opvoeren, waardoor een fiscaal nadeel is ontstaan van meer dan 470.000 euro. Met het invullen van aangiften voor ongeveer 2500 klanten per jaar verdiende verdachte circa 50.000,- euro contant bij per jaar en het lijkt erop dat verdachte met zijn diensten vooral zijn eigen financiële belang in het vizier had. De clientèle van verdachte bestond uit een kwetsbare doelgroep, te weten overwegend allochtonen die de Nederlandse taal niet, dan wel nauwelijks machtig waren en/of niet konden lezen of schrijven. Gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde een beroepsverbod met een proeftijd van 3 jaar.

Uitspraak

VONNIS

Parketnummer: 13/845013-15 (Promis)

Datum uitspraak: 14 februari 2017

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegegevens] 1950,

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres

[adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2017.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Boerlage en van wat verdachte en zijn raadsman mr. J.A.P.F. Hoens naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 februari 2015 te Utrecht en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een groot aantal, althans één of meerdere aangifte(n) inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen, over het/de jaar/jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van (een) ander(en), (waaronder):

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 1] (DOC-003, DOC-004 en DOC-005) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 2] (DOC-020, DOC-023, DOC-024 en DOC-025) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [slachtoffer 3] (DOC-028, DOC-031, DOC-032, DOC-033 en DOC-034) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 4] (DOC-013, DOC-014, DOC-015 en DOC-016) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [slachtoffer 5] (DOC-072, DOC-073, DOC-074, DOC-075 en DOC-076) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [slachtoffer 6] (DOC-055, DOC-056, DOC-057, DOC-058 en DOC-071) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 7] (DOC-107, DOC-108, DOC-109 en DOC-110) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 8] (DOC-145, DOC-146, DOC-151 en DOC-152) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 9] (DOC-046, DOC-050, DOC-051, DOC-052 en/of DOC-054),

onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachte(n (telkens) opzettelijk op de/het bij de inspecteur(s) der belastingen en/of de Belastingdienst ingediende (elektronische) aangifte(n) en/of ingeleverde aangiftebiljet(ten)

inkomstenbelasting ten name van genoemde perso(o)n(en) over genoemde periode(n) (telkens) een onjuist (belastbaar) loon en/of (belastbaar) inkomen en/of een te hoog althans gefingeerd bedrag aan uitgaven voor specifieke zorgkosten, althans persoonsgebonden aftrek en/of onjuiste (andere) aftrekpost(en) opgegeven, terwijl dat/die feit(en) (telkens) er toe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;

en/of

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 17 februari 2015 te Utrecht en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk een groot aantal, althans één of meerdere, (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de jaar/jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 (waaronder):

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 1] (DOC-003, DOC-004 en DOC-005) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 2] (DOC-020, DOC-023, DOC-024 en DOC-025) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [slachtoffer 3] (DOC-028, DOC-031, DOC-032, DOC-033 en DOC-034) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 4] (DOC-013, DOC-014, DOC-015 en DOC-016) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [slachtoffer 5] (DOC-072, DOC-073, DOC-074, DOC-075 en DOC-076) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 ten name van [slachtoffer 6] (DOC-055, DOC-056, DOC-057, DOC-058 en DOC-071) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 7] (DOC-107, DOC-108, DOC-109 en DOC-110) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 8] (DOC-145, DOC-146, DOC-151 en DOC-152) en/of

-

het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 ten name van [slachtoffer 9] (DOC-046, DOC-050, DOC-051, DOC-052 en/of DOC-054),

(elk) zijnde (een) geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn medeverdachte(n) (telkens) valselijk op dat/die (elektronische) aangiftebiljet(ten) (een) te ho(o)g(e), althans gefingeerd(e,) bedrag(en) opgegeven en/of vermeld voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten, althans persoonsgebonden aftrek, en/of een of meerdere (andere) aftrekpost(en) onjuist ingevuld, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.

De rechtbank leest het in de zestiende regel van het eerste alternatief/cumulatief ten laste gelegde en het in de vijftiende regel van het tweede alternatief/cumulatief ten laste gelegde vermelde “ [slachtoffer 3] ” als “ [slachtoffer 3] ”, omdat van een kennelijke misslag sprake is. De verbetering van deze misslag schaadt verdachte niet in zijn verdediging.

3 Voorvragen

3.1.

Geldigheid van de dagvaarding en bevoegdheid van de rechtbank

De dagvaarding is geldig en deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten.

3.2.

Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belastingfraude door onjuiste aangiften inkomstenbelasting bij de Belastingdienst in te dienen, wat erin resulteerde dat te weinig belasting werd geheven (het eerste alternatief cumulatief ten laste gelegde) en/of valsheid in geschrift door die onjuiste aangiften valselijk op te maken (het tweede alternatief cumulatief ten laste gelegde).

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de vervolging van verdachte op grond van artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op gespannen voet staat met de vervolgingsuitsluitingsgrond van artikel 69, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr), welke uitsluitingsgrond betrekking heeft op het gebruik maken van valse geschriften in de zin van artikel 225, tweede lid, Sr.

Zij overweegt hiertoe als volgt.

In artikel 69, vierde lid, Awr is, kort gezegd, bepaald dat de eerste twee leden van artikel 69 Awr specialiteit bezitten ten opzichte van artikel 225, tweede lid, Sr. Strafvervolging op grond van voornoemd artikel is uitgesloten. Het eenduidig invullen van de vervolgingsuitsluitingsgrond blijkt in de rechtspraktijk niet eenvoudig te zijn. De oorsprong van de onduidelijkheid over de reikwijdte van de uitsluitingsgrond is te vinden in de beperking tot gedragingen die onder de strafbepaling van artikel 225, tweede lid, Sr vallen. Deze beperking roept verschillende vragen op, waaronder de in deze zaak van toepassing zijnde vraag of gedragingen die via artikel 225, eerste lid, Sr ten laste zijn gelegd ook onder het toepassingsbereik van de vervolgingsuitsluitingsgrond kunnen vallen.

Voorop staat dat de uitsluitingsgrond vervolging op basis van artikel 225, eerste lid, Sr in beginsel niet in de weg staat. Omdat de scheidslijn tussen de twee artikelleden echter zeer dun is, kan dit in specifieke gevallen tot onbevredigende resultaten leiden. Er zijn naar het oordeel van de rechtbank dan ook gevallen denkbaar waarin een vervolging op grond van artikel 225, eerste lid, Sr in strijd is met de vervolgingsuitsluitingsgrond. Bij de beantwoording van de vraag of de vervolgingsuitsluitingsgrond van toepassing is op een ten laste gelegd feit dat op het opmaken van valse geschriften is geënt, moet blijkens jurisprudentie worden gekeken naar het feit zoals dat in werkelijkheid is gepleegd (vgl. ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ1739). Op het moment dat het feit ook onder het toepassingsbereik van de strafbaarstelling in de Awr past, zou vervolging op basis van het commune delict via de vervolgingsuitsluitingsgrond moeten zijn uitgesloten, tenzij het gaat om het opmaken van geschriften die naast een fiscale functie ook een andere functie hebben en dus ook tegen anderen dan de Belastingdienst kunnen worden gebruikt.

In deze zaak wordt verdachte verweten dat hij elektronische aangifteformulieren inkomstenbelasting heeft opgemaakt en vervolgens heeft ingediend. Deze elektronische aangiften zijn opgemaakt met het enige doel om deze bij de Belastingdienst in te dienen. Het valselijk opmaken van deze aangiften ging noodzakelijkerwijs vooraf aan het gebruik maken daarvan door deze onjuiste aangiften, nota bene met één druk op de knop, bij de Belastingdienst in te dienen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat het in dit geval gaat om ten laste gelegde gedragingen die volledig met elkaar samenvallen, zodat er grond bestaat om ten opzichte van het als tweede alternatief cumulatief ten laste gelegde artikel 225, eerste lid, Sr specialiteit van de Awr aan te nemen.

Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie ten aanzien van de tweede alternatief cumulatief ten laste gelegde valsheid in geschrift niet-ontvankelijk is in de vervolging van verdachte. Wel is zij ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van de eerste alternatief cumulatief ten laste gelegde belastingfraude.

3.3.

Schorsing van de vervolging

Er zijn voorts geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs

5 Bewezenverklaring

6 De strafbaarheid van het feit

7 De strafbaarheid van verdachte

8 Motivering van de straffen

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

10 Beslissing