Rechtbank Amsterdam, 14-01-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:473, AWB - 20 _ 6758
Rechtbank Amsterdam, 14-01-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:473, AWB - 20 _ 6758
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 14 januari 2022
- Datum publicatie
- 23 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2022:473
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 6758
Inhoudsindicatie
Partijen hebben op zitting overeenstemming bereikt over de WOZ-waarde. Het beroep is gegrond.
Uitspraak
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/6758
en
( [heffingsambtenaar] ).
Procesverloop
De heffingsambtenaar heeft in de beschikking van 29 februari 2020 de waarde van de onroerende zaak [adres] (de woning) voor het kalenderjaar 2020 op grond van de Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vastgesteld op € 924.000,-.
Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van
23 november 2020 (de bestreden uitspraak) heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 december 2021. Eisers waren aanwezig. De heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, vergezeld door taxateur [naam taxateur] .
Overwegingen
1. De heffingsambtenaar en eisers hebben op de zitting overeenstemming bereikt over de WOZ‑waarde van de woning voor het kalenderjaar 2020 met waardepeildatum
1 januari 2019. Deze zal worden vastgesteld op € 820.000,-. De heffingsambtenaar is tot deze waarde gekomen door de koopprijs van de woning in 2017 van € 665.000,- te indexeren naar de waarde op de waardepeildatum. De heffingsambtenaar komt dan tot een bedrag van
€ 800.000,- voor de woning. Daarnaast hebben eisers afzonderlijk een parkeerplaats gekocht bij een andere Vereniging voor Eigenaren. De heffingsambtenaar stelt de waarde van deze parkeerplaats vast op € 20.000,-.
2. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het beroep gegrond verklaren.
3. Omdat de rechtbank het beroep gegrond zal verklaren, dient de heffingsambtenaar aan eisers het door hen betaalde griffierecht te vergoeden.
Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep gegrond;
- -
-
vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
- -
-
stelt de WOZ-waarde van de woning voor het kalenderjaar 2020 vast op
€ 820.000,-;
- -
-
bepaalt dat de aanslag onroerende zaakbelasting overeenkomstig deze waarde wordt verminderd;
- -
-
bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak op bezwaar;
- -
-
draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eisers te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M. van der Linden-Kaajan, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2022.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: