Home

Rechtbank Amsterdam, 23-01-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:195, 71/270063-21 (26Mandel)

Rechtbank Amsterdam, 23-01-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:195, 71/270063-21 (26Mandel)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
23 januari 2023
Datum publicatie
23 januari 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2023:195
Zaaknummer
71/270063-21 (26Mandel)

Inhoudsindicatie

De rechtbank kan vaststellen dat verdachte als advocaat berichten van en aan naam 1 heeft doorgegeven. Hierdoor konden criminele activiteiten door blijven gaan terwijl naam 1 vast zat in de Extra Beveiligde Inrichting (hierna: de EBI) in Vught. De rechtbank kan bewijzen dat verdachte door zijn handelen deelnam aan een criminele organisatie, waarin hij een sleutelrol vervulde. Dit is tenlastegelegd als feit 1. De rechtbank spreekt verdachte vrij van de overige tenlastegelegde feiten. De rechtbank legt aan verdachte een gevangenisstraf op van vijf jaar en zes maanden.

Uitspraak

vonnis

Parketnummer: 71.270063.21

[verdachte]

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 71/270063-21 (26Mandel)

Datum uitspraak: 23 januari 2023

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,

wonende op het adres [adres 1] , [woonplaats] , thans gedetineerd te: [naam PI] .

Inhoudsopgave

1. Het onderzoek ter terechtzitting en korte samenvatting van het vonnis 2 1.1 Het onderzoek ter terechtzitting 2

1.2 Korte samenvatting van het vonnis 2

2. Tenlastelegging 3

3. Inleiding 3

3.1 Start van het onderzoek 3

3.2 Verloop van het onderzoek 4

3.3 Doorzoekingen en in beslagname 6

4. Waardering van het bewijs 6

4.1 Standpunt van het Openbaar Ministerie 6

4.2 Standpunt van de verdediging 7

4.3 Oordeel van de rechtbank 8

4.3.1 Opzet van de beoordeling 8

4.3.2 Verklaringen van verdachte 8

4.3.3 Modus operandi 10

4.3.3.1 Doorgeven van berichten vanuit de buitenwereld aan [naam 1] in de EBI 10

4.3.3.1.1 Tot en met 24 september 2021 10

4.3.3.1.2 Vanaf 29 september 2021 11

4.3.3.2 Doorgeven van berichten van [naam 1] in de EBI de buitenwereld 13

4.3.3.3 Heeft verdachte alle berichten van [naam 1] doorgegeven? 15

4.3.3.4 Tussenconclusie 16

4.3.4 Vrijspraak van feit 2 (voorbereiding geweldshandelingen voor plan Bios en plan C) 16

4.3.4.1 Relevante communicatie over plan Bios en plan C 17

4.3.4.2 Juridisch kader en beoordeling van feit 2 24

4.3.5 Vrijspraak van de feiten 3 en 4 (handel verdovende middelen en de daarvan) 25

4.3.5.1 Relevante communicatie over de vermoedelijke handel in verdovende middelen 25

4.3.5.2 Juridisch kader en beoordeling van feit 3 30

4.3.5.3 Juridisch kader en beoordeling van feit 4 31

4.3.6 Vrijspraak van feit 5 (witwassen) 32

4.3.6.1 Relevante communicatie over het vermoedelijke witwassen 32

4.3.6.2 Juridisch kader en beoordeling van feit 5 38

4.3.7 Bewezenverklaring van feit 1 (deelneming aan een criminele organisatie) 39

4.3.7.1 Relevante communicatie over vermoedelijk [naam 2] 39

4.3.7.2 Relevante communicatie over de vermoedelijke corruptie 46

4.3.7.3 Identificatie bijnamen en Sky ECC gebruikers 50

4.3.7.4 Juridisch kader en beoordeling van feit 1 52

4.3.7.5 Duurzame samenwerking 52

4.3.7.6 Crimineel oogmerk van de organisatie 53

4.3.7.7 Deelnemers aan de organisatie en hun rol daarin 61

4.3.7.8 Conclusie 64

4.4 Bewezenverklaring 65 5. De strafbaarheid van het feit 65

6. De strafbaarheid van verdachte 65

7. Motivering van de straf 65

7.1 Standpunt van het Openbaar Ministerie 65

7.2 Standpunt van de verdediging 65

7.3 Oordeel van de rechtbank 65

8. Beslag 69

8.1 Standpunt van het Openbaar Ministerie 69

8.2 Standpunt van de verdediging 70

8.3 Oordeel van de rechtbank 70

9. Toepasselijke wettelijke voorschriften 70

10. Beslissing 71

1 Het onderzoek ter terechtzitting en korte samenvatting van het vonnis

1.1

Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 28 oktober 2022, 14 en 16 december 2022 en 23 januari 2023.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. [naam ovj 1] en [naam ovj 2] , en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. A.M. Seebregts, naar voren hebben gebracht.

1.2

Korte samenvatting van het vonnis

De rechtbank kan vaststellen dat verdachte als advocaat berichten van en aan [naam 1] heeft doorgegeven. Hierdoor konden criminele activiteiten door blijven gaan terwijl [naam 1] vast zat in de Extra Beveiligde Inrichting (hierna: de EBI) in Vught. De rechtbank kan bewijzen dat verdachte door zijn handelen deelnam aan een criminele organisatie, waarin hij een sleutelrol vervulde. Dit is tenlastegelegd als feit 1. De rechtbank spreekt verdachte vrij van de overige tenlastegelegde feiten. De rechtbank legt aan verdachte een gevangenisstraf op van vijf jaar en zes maanden.

2 Tenlastelegging

Kort samengevat wordt verdachte, na wijziging van de tenlastelegging, onder feit 1 er van beschuldigd dat hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 8 oktober 2021 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, die zich bezig hield met

-

witwassen,

-

feiten zoals strafbaar gesteld in de Opiumwet en de voorbereiding daarvan,

-

misdrijven die nodig zijn om een ontsnapping uit de EBI mogelijk te maken (het voorbereiden van moord en/of afpersing en/of wederrechtelijke vrijheidsberoving en/of gijzeling en/of opzettelijke brandstichting en/of het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing),

-

poging tot moord en/of zware mishandeling met voorbedachte raad, bedreiging met ernstige misdrijven (met betrekking tot [naam 2] ) en

-

poging tot omkoping van ambtenaren en/of rechters (in Marokko).

Daarnaast wordt verdachte verweten dat hij zich in de periode van 1 december 2020 tot en met 8 oktober 2021 schuldig heeft gemaakt aan de strafbare feiten waar de criminele organisatie zich mee bezig hield (en die genoemd zijn bij de gedachtestreepjes in de alinea hiervoor).

De tekst van de gehele tenlastelegging is opgenomen in de bijlage, die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Inleiding

3.1

Start van het onderzoek

Het onderzoek 26Mandel is in februari 2021 gestart naar aanleiding van vijf processen-verbaal die door de Dienst Landelijke Informatieorganisatie waren verstrekt. Uit die processen-verbaal van november en december 2020, bleek – kort gezegd – dat het voor [naam 1] mogelijk was om vanuit de EBI in Vught te communiceren met de buitenwereld en vice versa. Het onderzoek 26Mandel richtte zich op het bevestigen dan wel ontkrachten van deze informatie en het stoppen van de vermoedelijke communicatiestroom met en vanuit [naam 1] in de EBI.

Uit Sky ECC-berichten bleek bovendien dat er sinds april 2020 tot in ieder geval maart 2021 door [naam oudste zoon] (de oudste zoon van [naam 1] ), [naam zus] (een zus van [naam 1] ) en [naam zoon van zus] (de zoon van een van de zussen van [naam 1] ) werd gezocht naar (en gewerkt aan) mogelijkheden tot communicatie met [naam 1] in de EBI. Uit deze berichten kwamen sterke aanwijzingen naar voren voor het scenario dat via een advocaat met [naam 1] werd gecommuniceerd. Dit is namelijk het enige moment waarop er één op één contact tussen een persoon en [naam 1] binnen de EBI mogelijk is, dat ook niet wordt opgenomen of afgeluisterd.

Verdachte is in januari 2012 beëdigd als advocaat en heeft zich in december 2020 voor het eerst als advocaat van [naam 1] bij de EBI gemeld. Het Openbaar Ministerie heeft zich door het aantekenen van bezwaar verzet tegen het toelaten van verdachte als advocaat bij [naam 1] . Daardoor werd door de Deken van de Orde van Advocaten Gelderland een onderzoek ingesteld.

Uit de onderschepte Sky ECC-berichten kwam ook naar voren dat [naam zoon van zus] in de tussentijd, namelijk op 8 maart 2021, aan een onbekend gebleven gebruiker had gestuurd: “Hermano heb een fam lid gevraagd die is adv.

Het onderzoek van de Deken van de Orde van Advocaten Gelderland leverde geen bijzonderheden op. Daarom kreeg verdachte vanaf 11 maart 2021 toegang tot [naam 1] , zijn neef en dus familielid. Op 12 maart 2021 heeft verdachte [naam 1] voor het eerst in de EBI bezocht.

3.2

Verloop van het onderzoek

Uiteindelijk is een redelijk vermoeden van schuld ontstaan dat verdachte zijn positie als advocaat misbruikte. Het vermoeden bestond dat verdachte vanuit de criminele organisatie was gestuurd met het doel een heimelijk communicatiekanaal met [naam 1] op te zetten. Deze vermoedens hebben ertoe geleid dat hij op 23 juli 2021 als verdachte is aangemerkt.

Op 29 juli 2021 heeft de rechter-commissaris een vordering tot machtiging van opname vertrouwelijke communicatie toegewezen voor drie bezoeken van verdachte aan [naam 1] in de EBI. Gezien de ernst van de verdenking ging het hierbij om zeer uitzonderlijke omstandigheden. De rechter-commissaris heeft daarbij telkens, voordat de opnamen van de bezoeken aan het onderzoeksteam ter beschikking werden gesteld, beoordeeld of het gesprek of onderdelen ervan onder het verschoningsrecht van verdachte in zijn hoedanigheid als advocaat vielen óf dat in het licht van de verdenking gesproken kon worden van communicatie die het voorwerp van het strafbaar feit kon uitmaken of tot het begaan daarvan kon dienen.

Op 19 augustus 2021 werd het eerste bezoek van verdachte aan [naam 1] in de EBI meegeluisterd, maar de opname van dit gesprek bleek om technische redenen mislukt. Op 20 augustus 2021 vond het tweede bezoek plaats dat werd opgenomen. Hieruit bleek dat verdachte en [naam 1] (veelvuldig) fluisterden, schreven en krasten tijdens het hele gesprek. Dit duidde naar het oordeel van de rechter-commissaris op communicatie die voor anderen verborgen moest blijven. Volgens de rechter-commissaris was dit opvallend te noemen, omdat het uitgangspunt immers is dat een gesprek tussen een advocaat en zijn cliënt geheim en niet voor anderen hoorbaar is. Wat in dit gesprek ook opviel, was dat het fluisteren, in zowel de Arabische als de Nederlandse taal, werd afgewisseld met hardop in de Arabische en Nederlandse taal spreken. De rechter-commissaris was daarom van oordeel dat er sprake was van aanwijzingen dat het ging om communicatie die het voorwerp van het strafbaar feit van de verdenking uitmaakte of tot het begaan daarvan diende. Er waren namelijk aanwijzingen dat verdachte informatie van derden doorgaf aan [naam 1] en dat [naam 1] op zijn beurt informatie voor derden aan verdachte doorgaf op het gebied van strafbare feiten waar de verdenking op zag. Daarom was doorbreking van het verschoningsrecht volgens de rechter-commissaris gerechtvaardigd.

Het derde bezoek dat werd opgenomen, vond plaats op 31 augustus 2021. Weer viel de eerder genoemde manier van communiceren op en wederom waren er aanwijzingen voor het uitwisselen van informatie. De rechter-commissaris oordeelde dat ook voor dit gesprek doorbreking van het verschoningsrecht was gerechtvaardigd.

Op 7 september 2021 werd aanvullende informatie ter beschikking gesteld aan de Dienst Landelijke Recherche. In het derde kwartaal van 2021 was namelijk de volgende informatie via een informant bij het Team Criminele Inlichtingen (hierna: TCI) binnengekomen: “Vanuit de EBI geeft [naam 1] nog steeds opdrachten aan zijn groepering. Het doel van deze opdrachten is dat de criminele activiteiten door blijven gaan.”

Op 2 september 2021 is door de rechter-commissaris een vordering machtiging telefoontap afgegeven voor drie telefoongesprekken tussen verdachte en [naam 1] , omdat gezien de ernst van de verdenking sprake was van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Op 4, 5 en 6 september 2021 zijn de telefoongesprekken opgenomen. Later zijn fragmenten van de tapgesprekken van 4 en 5 september 2021 vrijgegeven, omdat naar het oordeel van de rechter-commissaris hierop geen verschoningsrecht van toepassing was in het licht van de verdenking. Uit het tapgesprek van 6 september 2021 zijn door de rechter-commissaris geen fragmenten vrijgegeven, omdat hierop volgens de rechter-commissaris wel het verschoningsrecht van toepassing was.

Uiteindelijk heeft de rechter-commissaris op 14 september 2021 een vordering tot machtiging van cameraopname van vertrouwelijke communicatie voor vijf bezoeken van verdachte aan [naam 1] toegewezen. Hierbij zou dezelfde werkwijze voor het ter beschikking stellen aan het onderzoeksteam door de rechter-commissaris worden gehanteerd.

Op 15 september 2021 heeft verdachte [naam 1] bezocht en op 17 september 2021 heeft verdachte [naam 1] twee keer bezocht. Na deze bezoeken bleek dat met de cameraopnamen het doel, namelijk het kunnen lezen wat door verdachte en [naam 1] werd geschreven, niet kon worden bereikt. Door de cameraopnamen kon wel met foto’s worden onderbouwd dat de manier van communiceren verliep zoals eerder werd vermoed. Verdachte en [naam 1] spraken met elkaar en schreven ondertussen teksten aan elkaar. Wat door hen werd opgeschreven, werd nadat de ander het had gelezen, doorgekrast en zo onleesbaar gemaakt. Om de inhoud van deze berichten te kunnen lezen is na 17 september 2021 verbeterde camera-apparatuur in de spreekruimte van de bezoekafdeling van de EBI geplaatst.

Op 24 september 2021 werden wederom geluid- en cameraopnamen gemaakt van het bezoek van verdachte aan [naam 1] . Opnieuw viel de eerder genoemde manier van communiceren op en tijdens dit bezoek was het voor de eerste keer mogelijk om de geschreven teksten van verdachte en [naam 1] te kunnen lezen. Bovendien werd gezien dat verdachte met zijn iPad foto’s maakte van bepaalde door [naam 1] geschreven teksten. Ook voor dit bezoek was volgens de rechter-commissaris doorbreking van het verschoningsrecht gerechtvaardigd.

Het volgende bezoek van verdachte aan [naam 1] vond plaats op 29 september 2021. Naast het schrijven van teksten aan elkaar en het door verdachte fotograferen van door [naam 1] geschreven teksten met de iPad, was ditmaal ook een andere manier van communiceren op de cameraopname te zien. Er werd namelijk gezien dat verdachte het scherm van zijn iPad, met daarop foto’s, aan [naam 1] toonde.

Uit de analyse van de geschreven teksten kwam onder andere naar voren dat door verdachte en [naam 1] werd gesproken over een uitbraakpoging (plan Bios) en een plan dat zag op vier medewerkers van de EBI (plan C). Het onderzoeksteam verzocht daarom de rechter-commissaris de status van verdachte als geheimhouder op te heffen. Uit de geluid- en cameraopnamen bleek, volgens de rechter-commissaris, de verdenking van betrokkenheid van verdachte bij het voorbereiden en uitlokken van zeer gewelddadige strafbare feiten, waarbij niet duidelijk was op welke termijn de uitvoering daarvan een aanvang kon nemen. Het opsporingsbelang vergde dat met spoed kennis werd genomen van deze geluid- en cameraopnamen, omdat anders het leven, de veiligheid of gezondheid van mensen ernstig kon worden geschaad. Daarom heeft de rechter-commissaris hierna toestemming gegeven om de geluid- en cameraopnamen van de bezoeken van verdachte aan [naam 1] , na 30 september 2021 en tot aan de aanhouding van verdachte, aan het dossier toe te voegen zonder verdere tussenkomst van de rechter-commissaris. Deze machtiging zou voor een beperkt aantal bezoeken gelden, omdat aan de rechter-commissaris was medegedeeld dat verdachte vóór 9 oktober 2021 zou worden aangehouden.

Verdachte heeft [naam 1] daarna nog op 1 oktober 2021, 5 oktober 2021 en 8 oktober 2021 in de EBI bezocht, waarbij naast geschreven teksten ook telkens via het tonen van het scherm van de iPad werd gecommuniceerd. Tijdens het bezoek van verdachte aan [naam 1] op 8 oktober 2021 is verdachte in de spreekruimte van de bezoekafdeling in de EBI aangehouden.

3.3

Doorzoekingen en in beslagname

Op 8 oktober 2021 werd ten behoeve van een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in de EBI. Bij deze doorzoeking werden in de spreekruimte in gebruik bij verdachte onder andere een iPad en een zwart notitieboekje in beslag genomen. Ook de auto van verdachte, een Volkswagen Golf voorzien van kenteken [kenteken] , werd doorzocht. Dit voertuig stond geparkeerd op het parkeerterrein van de EBI. Hierin werd onder andere een iPhone, een briefje in het hoesje van de iPhone en papiersnippers aangetroffen en in beslag genomen. Daarnaast zijn ook de woning van verdachte, zijn advocatenkantoor en de voormalige locatie van het advocatenkantoor van verdachte diezelfde dag doorzocht. Ook werd een paar dagen later, bij het controleren van ingebrachte kleding voor verdachte, een briefje in de achterzak van een broek aangetroffen en in beslag genomen.

4 Waardering van het bewijs

5 De strafbaarheid van het feit

6 De strafbaarheid van verdachte

7 Motivering van de straf

8 Beslag

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

10 Beslissing