Home

Rechtbank Arnhem, 10-04-2007, BB2274, AWB 06/1463

Rechtbank Arnhem, 10-04-2007, BB2274, AWB 06/1463

Gegevens

Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum uitspraak
10 april 2007
Datum publicatie
24 augustus 2007
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2007:BB2274
Zaaknummer
AWB 06/1463

Inhoudsindicatie

teruggaaf REB: zwembad is aan te merken als een algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 36l, elfde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 06/1463

Uitspraakdatum:

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tu[Z],

gevestigd te [Z], eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/[te P],

verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Eiseres heeft op 13 augustus 2002 een verzoek tot teruggaaf van regulerende energiebelasting (hierna: ‘REB’) ingediend over het tijdvak 1 januari 2002 tot en met 30 juni 2002.

Op 26 november 2002 is dit verzoek bij beschikking door verweerder afgewezen.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 9 januari 2006 de beschikking gehandhaafd.

De gemachtigde van eiseres heeft daartegen bij brief van 16 februari 2006, ontvangen bij de rechtbank op 17 februari 2006, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2007 te Arnhem.

Eiseres is daar vertegenwoordigd door [A], directeur, bijgestaan door

[B]. Namens verweerder is verschenen [C].

2. Feiten

2.1 In artikel 2 van de statuten van eiseres staat als doel omschreven:

‘(…)

1. het beheer over het overdekte zwembad te [Z];

2. het ontwikkelen van voorstellen om beleid te voeren mede op basis van het N.R.I.T.-imago rapport van april negentien honderd vijf en negentig;

3. het zwembad in [Z] in geprivatiseerde vorm uitzicht te geven op een gezonde exploitatie.(…)’

2.2 Jaarlijks sluit eiseres met de gemeente [Z] een uitvoeringsovereenkomst inzake de budgetfinanciering. De ‘Uitvoeringsovereenkomst Budgetfinanciering 2006’ vermeldt - voor zover van belang - het volgende:

‘(…)

1. Doelstelling van het Stichtingsbestuur

De inwoners van de gemeente [Z] (en daarbuiten) wordt een gevarieerd pakket van zwem- en recreatiemogelijkheden aangeboden. Dit pakket moet de volgende kenmerken vertonen:

1. Functionele en goed onderhouden accommodatie, zoals aangegeven in de Wet hygiëne en veiligheid badinrichting en zwemgelegenheden.

2. Evenwichtige gebruiksroosters zodat alle categorieën zwemmers worden bediend.

3. Een uitstraling die imagobevorderend is voor de gemeente [Z].

Er wordt een dynamisch accomodatiebeleid gevoerd, waarbij actief wordt ingespeeld op knelpunten en op veranderende wensen en behoeften van alle bezoekers aan het zwembad.

Uitgangspunt is een bedrijfsmatige klant- en marktgerichte aanpak. Uit bovenstaande kan de missie als volgt worden vertaald: zwemmen toegankelijk maken voor zoveel mogelijk mensen en streven naar een zo hoog mogelijk economisch rendement van de zwemaccomodatie “[d]”.

2. (…)’

en

‘(…)

3. Activiteiten

De Stichting ontwikkelt activiteiten om een zo groot mogelijk publiek in de gelegenheid te stellen om tegen zo concurrerend mogelijke tarieven van de zwemaccomodatie gebruik te maken zonder dat de toegankelijkheid daarmee in het gedrang komt.

Het is nadrukkelijk de bedoeling dat hierbij steeds wordt ingespeeld op de maatschappelijke behoeften; (…)’

2.3 Als bijlage bij haar pleitnota heeft eiseres het volgende overzicht verstrekt van de werkzaamheden die zij verricht:

‘(…)

Omzet in bezoekers aantallen

algemeen mix particulier

restaurant nvt

vrij bezoek 45.841 45.841

meerbadenkaart 23.680 23.680

doelgroepen:

zwemlessen

overige doelgroepen

aqua sporten

21.388

10.669

2.915

21.388

10.669

2.915

Verenigingen

schoolzwemmen

gehandicapten

waterpolo

2.608

1.866

8.419

2.608

1.866

8.419

Zonnebanken 221 221

kinderparty’s 2.575 2.575

Diversen 484 484

reclame nvt

Huuropbrengst zendmast nvt

Totaal 106.052 14.393 221 120.666

87,9% 11,9% 0,2%

(…)’

Overige doelgroepen betreffen onder meer babyzwemmen, kleuterzwemmen, therapeutisch zwemmen en zwangerschapszwemmen.

2.4 ‘Cogas energie’ en ‘Essent’ hebben eiseres over de periode 1 januari 2002 tot en met 30 juni 2002 nota’s gezonden voor het verbruik van gas respectievelijk electriciteit. Daarbij is REB in rekening gebracht. Eiseres heeft bij haar verzoek met dagtekening 5 augustus 2002 een deel van dit bedrag teruggevraagd. Dit bedrag dient als volgt te worden berekend:

Electriciteit (€ 1.993,70 REB + (2/3 * BTW=) € 252,54=) 2.246,24

Gas (€ 5.772,64 REB + (2/3 * BTW=) € 731,20=) 6.503,84

8.750,08

Teruggave REB 50% 4.375,00

2.5 Dit verzoek is op 26 november 2002 afgewezen.

3. Geschil

1- Is de uitspraak op bezwaar in strijd met artikel 7:12, eerste lid, Awb? Zo ja, dient de uitspraak op bezwaar te worden vernietigd?

2- Is eiseres aan te merken als een algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 36l, elfde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm)?

De overige voorwaarden die worden gesteld aan het recht op teruggave zijn niet in geschil. Ter zitting hebben partijen verklaard dat de hoogte van het in geschil zijnde bedrag € 4.375 bedraagt.

4. Beoordeling van het geschil

Motivering uitspraak op bezwaar

Op grond van artikel 7:12 van de Awb dient de beslissing op bezwaar te berusten op een deugdelijke motivering. In de uitspraak op bezwaar verwijst verweerder naar de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (hierna: het Hof) (kenmerk BK/M1-02/01445), waarin zou zijn beslist dat eiseres geen algemeen nut beogende instelling zou zijn. Uit de door eiseres overgelegde uitspraak van het Hof blijkt hier echter niets van.

Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder de onderhavige beslissing op bezwaar niet heeft voorzien van een deugdelijke motivering en dat verweerder met deze motivering niet heeft voldaan aan het vereiste van artikel 7:12 van de Awb. De loop van de procedure in belastingzaken brengt echter in beginsel mee dat eventuele onzorgvuldigheden in de totstandkoming en/of de motivering van de bestreden uitspraak op zichzelf niet tot vernietiging van die uitspraak kan leiden. De door eiseres in dit verband aangevoerde klacht dat verweerder de uitspraak op bezwaar onjuist heeft gemotiveerd geeft de rechtbank – mede gelet op artikel 6:22 van de Awb - geen reden in dezen anders te oordelen.

Algemeen nut beogende instelling

In artikel 36l, zevende lid, Wbm is geregeld in welke gevallen op verzoek teruggaaf wordt verleend van regulerende energiebelasting met betrekking tot aardgas en elektriciteit. Op grond van art. 36l, elfde lid, Wbm is de teruggaafregeling bedoeld in het zevende lid, onder bij regeling van Onze Minister te stellen nadere voorwaarden en beperkingen, eveneens van toepassing met betrekking tot aardgas en elektriciteit, gebruikt in onroerende zaken die hoofdzakelijk in gebruik zijn bij charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instelling, mits:

a. De instelling beschikt over notarieel verleden statuten waaruit de charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende doelstelling blijkt;

b. De feitelijke werkzaamheden van de instelling overeenkomen met de doelstelling;

c. De instelling niet of slechts in beperkte mate werkzaam is op het gebied van sport, gezondheidszorg of onderwijs;

d. De instelling niet aan vennootschapsbelasting is onderworpen dan wel daarvan is vrijgesteld;

e. De instelling beschikt over een eigen aansluiting.

Het geschil spitst zich toe op de vraag of eiseres een algemeen nut beogende instelling is. Eiseres stelt dat met de wijziging per 1 januari 2002 van artikel 36l, elfde lid, Wbm geen inhoudelijke wijziging zou zijn beoogd. Nu het Hof in de zaak met kenmerk: BK/M1-02/01445 het beroep gegrond heeft verklaard, zou eiseres ook voor het jaar 2002 als algemeen nut beogende instelling dienen te worden aangemerkt.

De rechtbank is van oordeel dat deze stelling niet juist is. De uitspraak van het Hof betreft de vastlegging van een compromis voor het jaar 2001. Het Hof heeft niet beslist op de vraag of eiseres dient te worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de Wbm tot 1 januari 2002 een eigen omschrijving van de voor de belastingsubsidie in aanmerking komende instellingen hanteerde. De rechtbank verwijst hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 17 december 2004, nr. 40 114. Met ingang van 1 januari 2002 is de terminologie in deze bepaling voorzover het algemeen nut beogende instellingen betreft, grotendeels gelijkgeschakeld met artikel 24, vierde lid, Successiewet.

De rechtbank is van oordeel dat voor de beantwoording van de vraag of eiseres als een algemeen nut beogende instelling kan worden aangemerkt, zowel dient te worden gekeken naar de (statutaire) doelstelling als naar de feitelijke werkzaamheden van eiseres. De doelstelling dient een werkzaamheid te betreffen die op zichzelf rechtstreeks het algemeen belang raakt. Dat van het gestelde doel tevens zijdelings een algemeen nuttig effect uitgaat, is niet van belang. Als de activiteiten van eiseres ongeveer in gelijke mate het algemene en particuliere belang dienen, moet de instelling worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling. De bewijslast daarvan rust op eiseres (vgl. HR 7 november 2003, nr. 38.049, V-N 2003/57.11).

Eiseres heeft betoogd dat zij een algemeen nut beogende instelling is. Zij biedt de gelegenheid om te recreëren, tevens ontplooit zij allerlei activiteiten van algemeen maatschappelijk en sociaal belang die bevorderlijk zijn voor de volksgezondheid. Eiseres stelt dat zij daarbij niet een bepaalde groep bedient, maar iedereen in de samenleving die van het zwembad gebruik wil maken.

Verweerder stelt dat de doelstelling van eiseres is de gezonde exploitatie van het zwembad. Dit is volgens verweerder niet van algemeen nut.

De rechtbank overweegt dat voor de beoordeling van de mate waarin de activiteiten van eiseres het algemeen dan wel particulier belang dienen, kan worden aangesloten bij de bezoekersaantallen zoals deze zijn vermeld in het overzicht onder 2.3. Uit dit overzicht blijkt dat reeds het vrij bezoek en de meerbadenkaarten meer dan 50% van de bezoekersaantallen vertegenwoordigen. De rechtbank is van oordeel dat deze activiteiten in ieder geval zijn aan te merken als activiteiten gericht op de behartiging van een algemeen belang.

De rechtbank ziet bovendien in de door de gemeente [Z] verleende subsidie, een indicatie dat sprake is van de behartiging van een algemeen belang.

Tenslotte laat de rechtbank bij haar overwegingen meespelen dat de ‘Uitvoeringsovereenkomst Budgetfinanciering’ zoals weergegeven onder 2.2 een verwoording is van een algemeen belang.

Deze omstandigheden, in hun onderling verband en samenhang beschouwd, laten naar het oordeel van de rechtbank geen andere conclusie toe dan dat eiseres is aan te merken als een algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 36l, elfde lid, Wbm. Dit betekent dat verweerder ten onrechte het verzoek om teruggaaf REB heeft afgewezen.

De overige grieven behoeven derhalve geen bespreking meer.

Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.

5. Proceskosten

De rechtbank vindt aan¬lei¬ding verweerder te veroordelen in de kos¬ten die eiseres in verband met de behande¬ling van het beroep redelij¬kerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 644 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 322,- en een wegingsfactor 1). De vergoeding voor reiskosten zijn op de voet van het Bpb vastgesteld op € 35 (vergoeding op basis van openbaar vervoer).

Het verzoek van eiseres om vergoeding van verletkosten wordt afgewezen. Deze kosten zijn gevraagd vanwege tijdverzuim van haar directeur [A]. De verletkosten zijn gedeeltelijk gevraagd in verband met het inzien in het dossier, voorbereiding, besprekingen adviseur en het uitzoeken van informatie. Deze kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat op grond van het Bpb slechts kosten vergoed kunnen worden voor tijdverzuim voor het bijwonen van de zitting. Kosten voor tijdverzuim om het dossier in te zien en - kort gezegd – het voorbereiden en begeleiden van de procedure, vallen buiten het bereik van het Bpb. Voor het overige heeft de heer Nijhuis, die bij eiseres in loondienst werkt, niet onderbouwd dat hij kosten van tijdverzuim heeft, dat wil zeggen werkelijke inkomstenderving als gevolg van het bijwonen van de zitting. Gelet op de omstandigheid dat hij bij eiseres werkzaam is, zijn die kosten ook niet aannemelijk.

6. Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- bepaalt dat eiseres recht heeft op een teruggaaf REB van € 4.375;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 679, en wijst de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) aan dit bedrag aan eiseres te voldoen;

- gelast dat de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) het door eiseres betaalde griffierecht van € 276 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan en in het openbaar uitgesproken door mr. I. Linssen, voorzitter en mr. J.J. Catsburg en mr. M.M. Bijker - Veen, rechters in tegenwoordigheid van mr. A.C. Munniks, griffier op

De griffier, De voorzitter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.