Rechtbank Arnhem, 03-04-2008, BC8688, AWB 07/2996
Rechtbank Arnhem, 03-04-2008, BC8688, AWB 07/2996
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Arnhem
- Datum uitspraak
- 3 april 2008
- Datum publicatie
- 4 april 2008
- ECLI
- ECLI:NL:RBARN:2008:BC8688
- Zaaknummer
- AWB 07/2996
Inhoudsindicatie
VAR-verklaring; werkzaamheden ziekenverzorgster via bemiddelingsbureau geen winst uit onderneming, maar loon uit dienstbetrekking.
Uitspraak
RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
registratienummer: AWB 07/2996
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 3 april 2008
inzake
[X], wonende te [Z], eiseres,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2007 een verklaring arbeidsrelatie (hierna: VAR) afgegeven.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 1 juni 2007 die beschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 9 juli 2007, ontvangen door de rechtbank op 11 juli 2007, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 januari 2008 te Arnhem.
Eiseres is daar in persoon verschenen, bijgestaan door haar dochter [A]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [B] en mr. [C]. Eiseres en verweerder hebben daarbij een pleitnota voorgedragen. Verweerder heeft voorts nadere stukken overgelegd. Afschriften van de pleitnota’s en de nadere stukken zijn aan de rechtbank en de wederpartij verstrekt.
2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.
Eiseres is ziekenverzorgster van beroep. Eiseres maakte voor haar werkzaamheden tot 1 januari 2007 gebruik van de diensten van bemiddelingsbureau [D]. Per 1 januari 2007 is dit bemiddelingsbureau overgenomen door [E]. Sinds 1 februari 2007 maakt eiseres gebruik van de diensten van bemiddelingsbureau [F]. [F] is een zogenoemde zorgaanbieder en bemiddelt als zodanig voor wat betreft door het [G] geïndiceerde zorg tussen cliënten van het zorgkantoor Stichting [H] en zorgverleners. Eiseres verleent via [F] gedurende ongeveer 30 uren per week door het [H] geïndiceerde thuiszorg. Zij handelt daarbij onder eigen naam en onder de naam “[I]”. Behalve bij [F] werkt eiseres tien uur per week in dienstbetrekking in een verpleeghuis en één uur per week bij de thuiszorginstelling [J]. Ook bij thuiszorginstelling [J] is zij in dienstbetrekking.
Op 2 januari 2007 hebben [H] en [F] een overeenkomst gesloten voor de periode
1 januari 2007 tot 1 januari 2010. Hierin staat onder meer het volgende vermeld:
“ Artikel 3 Zorgverlening
1. [F] verplicht zich de hierboven (...) omschreven zorg te leveren aan cliënten van [H] met een indicatie voor AWBZ zorg.
(...)
3. [F] staat er voor in dat de verzekerde akkoord is met de omstandigheid dat de door [H] te verlenen zorg in onderopdracht wordt verleend door [F] en de door [F] bemiddelde zelfstandige zorgverleners.
(...)
Artikel 6 Kwaliteit van zorg
1. [F] staat er voor in dat de (onder)opdracht van [H] verleende zorg aan verzekerde zowel kwantitatief als kwalitatief voldoet aan de daarvoor geldende regels van AWBZ-zorg.
2. [F] verleent haar medewerking aan een minimaal jaarlijks uitgevoerde audit over de kwaliteit van de ingezette zorg.
3. [F] staat er voor in dat de zelfstandige zorgverleners die zij voor de zorg aan verzekerden inzet, beschikken over de bevoegdheden en bekwaamheden die hiertoe noodzakelijk zijn.
4. [F] treft een adequate beroeps en bedrijfsverzekering voor binnen of buiten het kader van de onderhavige zorgverlening onrechtmatig toegebrachte schade en vrijwaart ter zake [H] volledig en onvoorwaardelijk.
5. [F] is verplicht alle klachten met betrekking tot de onderhavige zorgverlening onmiddellijk schriftelijk te melden aan [H], zodat deze in de bestaande klachtenregeling van [H] en/of in een behoorlijk eigen klachtenregeling kunnen worden meegenomen. [F] dient in voorkomende gevallen verzekerden schriftelijk op deze mogelijkheid te wijzen.
(...)
Artikel 10 Betaling en declaratie
1. Voor de hier bedoelde AWBZ-zorg aan verzekerde zal [F] te nimmer enige betaling van de verzekerde in ontvangst nemen.
2. De hier bedoelde AWBZ-zorg wordt uitsluitend tussen partijen afgerekend krachtens declaraties van [F] en [H], zoals nader overeen te komen.”.
Tussen eiseres en [F] is op 1 februari 2007 een overeenkomst gesloten met onder meer de volgende inhoud:
“ Leverings- en betalingsvoorwaarden (...)
De zorgverlener behoudt (...) de vrijheid tot het al dan niet aanvaarden van een door [F]zorg aangeboden bemiddeling.
Bij aanvaarding van een bemiddeling verplicht de zorgverlener zich te houden aan de door hem/haar afgesproken diensten.
1. De zorgverlener werkt voor eigen rekening en risico. De zorgverlener geeft aan [F]-zorg de opdracht de facturering aan de cliënt over de gewerkte uren te verzorgen. De door zorgverlener gewerkte uren dienen als basis van de facturering. (...)
2. Betalingen van cliënten en/of betalende instanties kunnen rechtstreeks aan zorgverlener plaatsvinden of via [F]zorg lopen. (...) Indien de uitbetaling van de zorgverlening plaats vindt via [F]zorg, behoudt [F]zorg het recht dit bedrag terug te vorderen van de zorgverlener indien een cliënt of instantie niet aan zijn betalingsverplichting voldoet.
(...)
4. De zorgverlener is zelf verantwoordelijk voor de betaling van belasting. De ondergetekende vrijwaart [F]-zorg van alle verplichtingen betreffende de heffing van sociale lasten en loonbelasting op de door hem/haar bij cliënten uitgevoerde werkzaamheden en de daarvoor ingediende declaraties. Er bestaat géén arbeidsverhouding tussen [F]zorg en de zorgverlener. Tevens verklaart ondergetekende dat hij/zij als ZZP-er wenst te werken en hij/zij zal daarom op generlei wijze bij [F]zorg in dienst willen treden. De ZZPer is in het bezit van een geldige VAR-verklaring. (...)
5. Honorering van de zorgverlener vindt plaats volgens de door [F]zorg vastgestelde tarieven.(...) De zorgverlener ontvangt periodiek een rekening van [F]zorg voor de verrichte bemiddelingen en administratieve diensten. Indien de zorgverlener wordt uitbetaald via [F]zorg zullen op de creditnota de bemiddeling- en administratiekosten worden ingehouden.
6. [F]zorg draagt geen enkele verantwoording voor het doen en laten van de zorgverlener. Zij gaat ervan uit dat iedere zorgverlener handelt vanuit zijn/haar beroepshouding met een onvoorwaardelijk respect voor cliënt en collega-zorg-verlener. Indien van toepassing voldoet de door de zorgverlener aangeboden hulp aan de eisen die worden gesteld in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
De zorgverlener verricht zijn/haar werkzaamheden zoals dat van een redelijk vakbekwaam en redelijk handelend zorgverlener mag worden verwacht.”.
In het concept van de overeenkomsten die eiseres als zorgverlener met haar cliënten, zorgvragers genoemd, sluit, staat het volgende vermeld:
“ Zorgovereenkomst
(...)
In aanmerking nemende dat:
1. genoemde zorgvrager steeds een opdracht kan geven tot het verrichten van enkele diensten, doch nimmer verplicht kan worden de genoemde zorgverlener een opdracht te verstrekken;
2. de genoemde zorgverlener te allen tijde van genoemde zorgvrager een opdracht tot het verrichten van diensten kan aanvaarden, doch daartoe nimmer door genoemde zorgaanvrager verplicht kan worden.
3. Indien de zorgvrager beschikt over een AWBZ indicatie voor verpleging/verzorging, de zorgverlener niet gehouden is om meer uren zorg te verlenen tenzij de zorgvrager deze particulier inkoopt.
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
artikel 1:
A. Zorgverlener zal met ingang van d.d. zorgdiensten verrichten bij zorgvrager onder toepassing van genoemde condities, en conform de beroepscodes voor de verpleging en verzorging.
B. Zorgverlener zal gebruik maken van een zorgdossier voor het vastleggen van de voor de uitvoering van de zorg benodigde handelingen (aard, niveau, omvang, tijdstip e.d.).
C. Zorgverlener zal in overleg met de zorgvrager een zorgplan opstellen, evalueren en indien nodig het zorgplan bijstellen.
artikel 2:
Zorgvrager ontvangt periodiek een urenoverzicht van de zorgverlener over de per week geleverde zorg.
artikel 3:
Op grond van de door de zorgvrager en zorgverlener ondertekende urenoverzichten, wordt de geleverde zorg vergoed vanuit het door [F]zorg beheerde AWBZ-budget en de daarvan afgeleide tarieven en, indien van toepassing, door de cliënt betaalde, direct ingekochte uren.
Artikel 4:
Zorgvrager ontvangt van het [K] een factuur van de wettelijk verschuldigde eigen bijdrage.”.
Eiseres dient wekelijks urenstaten in bij [F]. Op basis daarvan wordt zij door [F] uitbetaald rekening houdend met het tussen hen overeengekomen uurtarief.
Over de jaren 2004 tot en met 2006 heeft eiseres aangifte gedaan van de volgende inkomsten (in euro’s):
2004 2005 2006
omzet 24.100 33.479 34.433
afschrijvingen 386 0 599
kosten 1.904 2.771 2.391
resultaat 21.810 33.479 34.433
Verweerder heeft aan eiseres voor de periode 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 en voor de jaren 2004 tot en met 2006 verklaringen afgegeven volgens welke de voordelen die eiseres geniet uit het verplegen en verzorgen van mensen als winst uit onderneming worden aangemerkt. In de aanvraagformulieren die eiseres ter verkrijging van die verklaringen heeft ingediend, staat vermeld dat eiseres zelfstandig factureert en dat zij reclame maakt voor haar werkzaamheden.
Eiseres heeft op 4 december 2006 een verzoek ingediend om een Verklaring arbeidsrelatie (hierna: VAR) voor wat betreft haar werkzaamheden als zorgverlener. Verweerder heeft bij beschikking van 16 januari 2007 aan eiseres meegedeeld dat de voordelen die eiseres geniet uit haar werkzaamheden als zorgverlener worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking.
3. Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of de voordelen die eiseres geniet uit de werkzaamheden die zij voor [F] verricht, loon uit dienstbetrekking dan wel winst uit onderneming vormen. Indien sprake is van loon uit dienstbetrekking, is voorts in geschil of verweerder in strijd heeft gehandeld met het vertrouwensbeginsel door die voordelen niettemin niet als winst uit onderneming aan te merken.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en wijziging van de verklaring VAR/loon in een VAR/winst.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.
In aanvulling hierop is ter zitting door hen onder meer het volgende aangevoerd:
Door eiseres:
Het zorgplan wordt niet door de zorgbemiddelaar wordt opgesteld. Dat het bemiddelingskantoor de kwaliteit moet bewaken van de verleende zorg, wil niet zeggen dat er een gezagsverhouding bestaat. Als iemand niet kan werken, dan wordt er onderling geruild. Dit hoeft niet te worden doorgegeven aan [F]. [F] ziet dit pas aan de hand van de urenbriefjes. Pas als de zorg is afgelopen, gaat het dossier naar [F]. Dat kan wel twee jaar duren. [F] controleert de kwaliteit van de werkzaamheden door middel van een tevredenheidsonderzoek. Verder kunnen cliënten klachten indienen. Ik heb naast de cliënten die ik van [F] krijg geen eigen klanten. Er is geen gezagsverhouding met [F] want er is nauwelijks contact. Ik geef mijn uren en mijn dagen door. [F] belt als zij een cliënt voor mij hebben. Ik maak dan zelf de planning en de afspraken en geef dit door aan [F]. Ik dien mijn urenbriefjes in bij [F]. Ik maak geen reclame, omdat ik al voldoende werk heb. Ik heb het door mij gevraagde tarief gekregen. Ik heb mij nog nooit laten vervangen, omdat dat niet nodig was. Ik heb momenteel bij [F] vier cliënten. Bij het verpleeghuis en de thuiszorginstelling [J] doe ik hetzelfde werk als voor [F]. Ik loop geen risico voor wat betreft de betaling van de door mij gewerkte uren. Ik loop wel risico voor het aantal door mij te werken uren. Als ik niet werk, krijg ik geen geld. De beslissingen over het verlenen van zorg neem ik samen met mijn collega’s. [F] kan bij de cliënten gaan kijken. Ook als ik geen VAR-winst krijg, mag ik bij [F] blijven werken.
Door verweerder:
Misschien wordt het zorgplan wel opgemaakt door eiseres, maar het opmaken daarvan is een wettelijke eis. Vervanging zal uitsluitend kunnen plaatsvinden door een beperkte groep mensen. Er is geen sprake van resultaat uit werkzaamheden. Het bemiddelingsbureau stemt organisatorisch af wie waar en wanneer werkt. De thuiszorgorganisatie kan alleen declareren als het toezicht wordt uitgeoefend zoals in de wet voorgeschreven. De beroepsaansprakelijkheidsverzekering die eiseres heeft afgesloten, is overbodig. De zorginstelling is verantwoordelijk. Eiseres heeft maar één opdrachtgever. Zij loopt geen debiteurenrisico omdat zij wordt betaald door [F]. De zorgvragers hoeven niet voor de verleende zorg te betalen.
4. Beoordeling van het geschil
Ingevolge artikel 3.156, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: de Wet), voor zover hier van belang, kan de belastingplichtige die zekerheid wenst omtrent de vraag of de voordelen die hij in een kalenderjaar geniet of zal gaan genieten uit een arbeidsrelatie waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als winst uit onderneming, als loon uit dienstbetrekking of als resultaat uit overige werkzaamheden, een verzoek indienen bij de inspecteur, die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist. Ingevolge het vierde lid daarvan geldt de beschikking voor een termijn van ten hoogste één jaar (tekst vanaf het jaar 2005). De geldingsduur van beschikkingen afgegeven vóór 2005 bedroeg 24 maanden.
Eiseres heeft verzocht om de voordelen uit de werkzaamheden die zij voor [F] verricht aan te merken als winst uit onderneming. Volgens eiseres is er geen sprake van een dienstbetrekking maar van een zelfstandig uitgeoefend beroep. In dit verband wijst zij er op dat zij ten opzichte van [F] niet in een gezagsverhouding staat. Volgens eiseres verricht [F] alleen bemiddelingswerkzaamheden. Zij wijst er in dit verband voorts op dat zij samen met de zorgvrager een zorgplan opstelt, zij geen opzegtermijn heeft en dat zij niet hoeft te werken wanneer zij dat niet wil. Volgens eiseres is zij ook vrij in de keuze van haar cliënten, treedt zij naar buiten toe zelfstandig op en kan zij over haar beloning onderhandelen. Eiseres stelt verder dat niet haar werkgever maar zijzelf verantwoordelijk is voor haar werkzaamheden en dat zij in verband daarmee een beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten. Volgens eiseres bewaakt het bemiddelingsbureau de kwaliteit van de zorg door gebruik te maken van gediplomeerde zorgverleners en door eventueel een tevredenheidsonderzoek in te stellen. Eiseres stelt voorts dat zij de arbeid niet persoonlijk hoeft te verrichten maar zich kan laten vervangen door anderen. Volgens eiseres is door [F] slechts aan haar verzocht om zich te laten vervangen door zorgverleners die net als eiseres bij [F] ingeschreven staan. Verder voert eiseres aan dat zij risico loopt doordat het bemiddelingsbureau failliet kan gaan, het aantal geïndiceerde uren kan terug- of aflopen en/of de zorgvrager niet tevreden is over de verleende zorg en in verband daarmee de door haar gewerkte uren niet wil bevestigen.
Verweerder heeft hiertegenover gesteld dat er geen sprake is van een onderneming, omdat aan de vereisten daarvoor niet is voldaan. Volgens verweerder is de organisatie van kapitaal en arbeid en ook de mate waarin eiseres zelfstandig is niet wezenlijk anders dan bij een verpleegkundige in dienstbetrekking. Verder loopt eiseres volgens verweerder geen debiteurenrisico en is dat risico voor een ondernemer wezenlijk. Volgens verweerder is wel voldaan aan de kenmerken van een dienstbetrekking. Volgens verweerder is er sprake van een gezagsverhouding, moet eiseres de arbeid persoonlijk verrichten en heeft [F] de verplichting om loon te betalen. Voor wat betreft de gezagsverhouding wijst verweerder erop dat [F] verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de zorg. Verweerder wijst er in dit verband voorts op dat [F] over een AWBZ-erkenning beschikt en het verlenen van zorg de kernactiviteit is van [F].
Gelet op de rangorderegeling van artikel 2.14, eerste lid, van de Wet zal de rechtbank eerst nagaan of eiseres winst uit onderneming geniet. Op grond van het bepaalde in artikel 3.5 van de Wet moet onder winst uit onderneming mede worden verstaan het zelfstandig uitgeoefend beroep. Daarvan is sprake als eiseres de werkzaamheden zelfstandig en voor eigen rekening verricht en daarbij ondernemersrisico loopt. Anders dan verweerder stelt, is de aanwezigheid van een organisatie van kapitaal en arbeid hiervoor niet vereist (vergelijk HR 16 september 1992, 27 830, BNB 1992/370).
Wel van belang is het volgende. Eiseres is voor het aantrekken van haar cliënten afhankelijk van [F]. Daarbuiten heeft zij geen andere opdrachtgevers. De rechtbank leidt voorts uit hetgeen partijen naar voren hebben gebracht af dat verweerder controle en toezicht uitoefent, althans daartoe de bevoegdheid heeft. In dit verband acht de rechtbank met name van belang dat eiseres ter zitting heeft verklaard dat [F] langs kan komen om de zorgdossiers in te zien, dat die dossiers uiteindelijk bij [F] terecht komen en cliënten zich in geval van klachten moeten richten tot [F]. De rechtbank leidt hieruit af dat wanneer [F] gebreken in de kwaliteit van de zorg constateert, zij hieraan gevolgen kan verbinden in die zin dat zij naar aanleiding daarvan aan eiseres instructies of aanwijzingen kan geven. Verder vindt facturering niet plaats door eiseres maar uitsluitend door [F] of [H] en loopt eiseres, naar zij ter zitting heeft verklaard en kennelijk in afwijking van de tweede van de door eiseres en [F] overeengekomen levering- en betalingsvoorwaarden, voor de daadwerkelijk gewerkte uren geen (debiteuren)risico. Uit het voorgaande volgt dat eiseres de voor de uitoefening van een zelfstandig beroep noodzakelijke zelfstandigheid ontbeert en geen ondernemersrisico loopt. Dat eiseres wanneer zij niet werkt geen inkomsten heeft of mogelijk als het gevolg van het teruglopen van indicaties minder inkomsten heeft, is op zichzelf niet voldoende voor het aannemen van ondernemerschap.
Nu vaststaat dat geen sprake is van een zelfstandig uitgeoefend beroep zal de rechtbank nagaan of zoals verweerder stelt eiseres in dienstbetrekking is bij [F]. Voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking is vereist dat sprake is van een gezagsverhouding, van een verplichting van de werknemer om gedurende zekere tijd persoonlijk arbeid te verrichten en een verplichting van de werkgever om loon te betalen. De rechtbank onderschrijft het standpunt van verweerder dat aan die vereisten is voldaan. Hiertoe acht de rechtbank het volgende redengevend.
[F] oefent controle en toezicht op de door eiseres verrichte werkzaamheden. Verder werkt eiseres doorgaans ongeveer 30 uren per week voor [F]. Haar werkzaamheden hebben derhalve geen incidenteel maar een structureel karakter. Uit het voorgaande volgt dat sprake is van een gezagsverhouding. Hieraan doet niet af dat eiseres zelf kan aangeven op welke dagen en uren zij wil werken (vergelijk HR 11 juni 1997, 32 041, BNB 1997/273).
In verband met de eis dat de werkzaamheden persoonlijk worden verricht, acht de rechtbank het volgende van belang. Volgens de schriftelijke overeenkomst tussen [F] en eiseres van
1 februari 2007 is bij aanvaarding van de bemiddeling de zorgverlener verplicht zich te houden aan de door hem/haar afgesproken diensten. Hieruit kan niet zonder meer worden afgeleid of eiseres al dan niet verplicht is deze diensten ook persoonlijk te verrichten. Ter zitting heeft eiseres verklaard dat [F] haar heeft verzocht zich alleen te laten vervangen door andere ziekenverzorgsters die werkzaam zijn bij [F]. Gelet op de eveneens ter zitting door eiseres afgelegde verklaring dat als één van hen niet kan werken, er onderling wordt geruild, heeft eiseres hiermee kennelijk ingestemd. Er is derhalve sprake van vervanging binnen een beperkte groep. Derhalve moet worden aangenomen dat eiseres de werkzaamheden persoonlijk verricht.
Voor wat betreft de eis dat de werkgever verplicht is om voor de verrichte werkzaamheden loon te betalen is van belang dat [F] aan eiseres de door haar gewerkte uren betaalt volgens een door hen overeengekomen urentarief. Hiermee is ook aan die voorwaarde voldaan.
Uit het voorgaande volgt dat sprake is van een dienstbetrekking. Dit wordt niet anders wanneer eiseres, zoals zij stelt, overigens in strijd met haar verklaring ter zitting dat zij alle door haar gewerkte uren krijgt uitbetaald, het risico loopt dat bepaalde uren niet worden uitbetaald als gevolg van ontevredenheid van cliënten (zie het arrest van de Hoge Raad van 15 april 1988, nr. 33 175, BNB 1998/155).
Verweerder heeft derhalve de voordelen die eiseres geniet uit haar werkzaamheden voor [F] als zorgverlener terecht aangemerkt als loon uit dienstbetrekking en niet als winst uit onderneming.
Eiseres heeft voorts gesteld dat verweerder in strijd heeft gehandeld met het vertrouwensbeginsel door niet te verklaren dat de voordelen die zij geniet uit haar werkzaamheden voor [F] als winst uit onderneming kunnen worden aangemerkt. In dit verband wijst eiseres erop dat de werkzaamheden die zij in voorgaande jaren verrichtte wel als zodanig zijn aangemerkt. Ook deze grief moet worden verworpen, reeds omdat de voor voorgaande jaren afgegeven verklaringen niet voor het betrokken jaar gelden.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 3 april 2008
en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. E.C.G. Okhuizen, rechter, in tegenwoordigheid van L.A. Witten, griffier.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 3 april 2008
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.