Home

Rechtbank Arnhem, 14-11-2008, BG6105, AWB 08/2059

Rechtbank Arnhem, 14-11-2008, BG6105, AWB 08/2059

Gegevens

Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum uitspraak
14 november 2008
Datum publicatie
4 december 2008
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2008:BG6105
Zaaknummer
AWB 08/2059

Inhoudsindicatie

Verzuimboete. Beroep op afwezigheid van alle schuld (avas). Spoedopdracht voor laatste betaaldag. Door fout van de bankinstelling van eiseres is de omzetbelasting te laat bijgeschreven op rekeningnummer van de belastingdienst. Geen avas, want geen enkele marge voor fouten ingebouwd.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

registratienummer: AWB 08/2059

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 14 november 2008

inzake

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst [te P], verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft in verband met te late betaling aan eiseres over het tijdvak december 2007 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [F.01]) omzetbelasting opgelegd ter hoogte van € 4.182.583, alsmede bij beschikking een verzuimboete van € 1.134.

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde verzuimboete.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2008 de boetebeschikking gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 14 april 2008, ontvangen bij de rechtbank op 15 april 2008, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 november 2008 te Arnhem.

Namens verweerder is daar verschenen [A]. Eiseres is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 4 september 2008 aan eiseres, ter attentie van [B], op het adres [a straat 1]7[Z], onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Eiseres is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Nu genoemde brief niet ter griffie is terugontvangen en uit informatie van TNT Post is gebleken dat de brief op 5 september 2008 op genoemd adres is afgeleverd, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.

2. Feiten

Eiseres heeft op 29 januari 2008 aan haar bank (de ING) opdracht gegeven om de verschuldigde omzetbelasting over het tijdvak december 2007 op 31 januari 2008 als spoedopdracht over te maken aan de belastingdienst.

Door een fout van de ING is de omzetbelasting één dag later, namelijk op 1 februari 2008, op de rekening van de belastingdienst bijgeschreven.

Als gevolg hiervan is de omzetbelasting te laat betaald. Omdat de omzetbelasting in een eerder tijdvak ook te laat was betaald, is sprake van een tweede verzuim. Verweerder heeft de bij een tweede verzuim behorende verzuimboete opgelegd.

3. Geschil

In geschil is of de verzuimboete terecht is opgelegd.

Eiseres beroept zich op afwezigheid van alle schuld (avas). Zij voert daarbij aan dat de te late betaling te wijten is aan de fout van haar bank en dat die fout niet aan haar mag worden toegerekend. Zij verwijst naar de uitspraak van Hof Arnhem van 21 januari 2008, VN 2008/23.6.

Verweerder betwist dat sprake is van afwezigheid van alle schuld en voert aan dat de situatie in dit geval anders ligt dan in het door Hof Arnhem besliste geval.

4. Beoordeling van het geschil

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 15 juni 2007, nr. 42.687, BNB 2007/251, het volgende overwogen:

“De omstandigheid dat een inhoudingsplichtige de betaling van de op aangifte af te dragen belasting heeft opgedragen aan een bank, die aan die opdracht niet of niet tijdig heeft voldaan, doet niet eraan af dat die inhoudingsplichtige in verzuim is. Dat rechtvaardigt echter niet de gevolgtrekking van het Hof [namelijk dat de fout van de bank aan de inhoudingsplichtige moet worden toegerekend en een beroep op afwezigheid van alle schuld reeds daarom niet kan slagen, toevoeging rechtbank]. Een inhoudingsplichtige kan immers met vrucht een beroep doen op afwezigheid van alle schuld indien hij stelt en bij betwisting aannemelijk maakt dat hij alle in de gegeven omstandigheden van hem in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat het verschuldigde bedrag tijdig op de rekening van de belastingdienst zou zijn bijgeschreven. (…)”

Uit deze overwegingen volgt dat de rechtbank moet beoordelen of eiseres alle in de gegeven omstandigheden van haar redelijkerwijs te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat het verschuldigde bedrag tijdig op de rekening van de belastingdienst zou zijn bijgeschreven.

De rechtbank is van oordeel dat hiervan geen sprake is. Eiseres heeft bewust ervoor gekozen om de omzetbelasting op het laatst mogelijke moment te betalen om daarmee een rentevoordeel te behalen.

Door geen enkele marge voor fouten in te bouwen, heeft zij het risico genomen dat het bedrag te laat door verweerder zou worden ontvangen.

Het onderhavige geval is wezenlijk anders dan het door eiseres genoemde geval dat door Hof Arnhem is beslist in de uitspraak van 21 januari 2008. In dat geval had de belastingplichtige op 18 januari 2002 schriftelijk opdracht gegeven aan de bank om het verschuldigde bedrag te betalen, terwijl de uiterste betalingstermijn daar 31 januari 2002 was. Het Hof oordeelde dat de belastingplichtige er bij die betaalperiode op mocht vertrouwen dat de belasting voor de uiterste betaaldatum zou zijn bijgeschreven. Het Hof merkte daarbij op dat uit de in die zaak overgelegde Toelichting bij het betalen van belasting is vermeld dat rekening moet worden gehouden met een verwerkingstijd van enkele dagen. De inspecteur had in die zaak bovendien aangevoerd dat hij een periode van minimaal een week voldoende achtte.

Eiseres heeft in het onderhavige geval een spoedopdracht gegeven en dan mag worden uitgegaan van een kortere verwerkingstijd dan bij een gewone betaalopdracht. Toch zal voor een geslaagd beroep op afwezigheid van alle schuld enige marge moeten worden ingebouwd om te anticiperen op vertragingen die in de praktijk nu eenmaal voorkomen. Nu eiseres geen enkele marge heeft ingebouwd, heeft zij niet “alle in de gegeven omstandigheden van haar redelijkerwijs te vergen zorg” betracht.

Gelet op het bovenstaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

5. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

6. Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 14 november 2008

en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. F.M. Smit, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Aalbersberg, griffier.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.