Home

Rechtbank Arnhem, 25-04-2008, ECLI:NL:RBARN:2008:1017 BJ2735, AWB 07/3277

Rechtbank Arnhem, 25-04-2008, ECLI:NL:RBARN:2008:1017 BJ2735, AWB 07/3277

Gegevens

Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum uitspraak
25 april 2008
Datum publicatie
15 juli 2009
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2008:BJ2735
Zaaknummer
AWB 07/3277

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Door kunstenaar verrichte activiteiten vormen geen bron van inkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

registratienummer: AWB 07/3277

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 25 april 2008

inzake

[X], wonende te [Z], eiser,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2005 een aanslag (aanslagnummer [H.56]) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.367 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 7.895.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 24 juli 2007 de aanslag gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen bij brief van 30 juli 2007, ontvangen bij de rechtbank op 1 augustus 2007, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 april 2008 te Arnhem.

Eiser is daar in persoon verschenen. Namens verweerder is verschenen [A], bijgestaan door [B].

2. Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.

Eiser verricht activiteiten op het gebied van schilderen, tekenen en fotograferen. In 2005 huurde eiser een atelierruimte te [Q].

Eiser genoot in 2005 enkele pensioen- en lijfrente-uitkeringen. Tevens heeft hij met arbeid € 915 verdiend bij [B]. Als negatief loon heeft eiser een bedrag ad € 24.000 opgevoerd met als omschrijving: ‘tekenen/fotograferen’. Het bedrag van € 24.000 is door eiser als volgt berekend. 40 weken x 20 uur x € 30 uurloon = € 24.000.

Door verweerder is bij de aanslagregeling het bedrag van € 24.000 gecorrigeerd daar geen sprake is van negatief loon. Aan eiser is een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.367 en uit sparen en beleggen van € 7.895.

In bezwaar heeft eiser aangevoerd dat zijn activiteiten als kunstenaar aangemerkt moeten worden als een onderneming. Volgens eiser is de winst uit onderneming in 2005 € 15.411 negatief. Tevens verzoekt eiser om toepassing van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek.

Eiser heeft in 2005 geen omzet gerealiseerd. Ook in 2006 en de eerste maanden van 2007 heeft eiser geen omzet behaald.

De totale kosten inzake de kunstenaarsactiviteiten bedragen in 2005 € 4.128.

3. Geschil

In geschil is het antwoord op de vraag of de activiteiten van eiser een bron van inkomen vormen. Indien deze vraag positief wordt beantwoord is in geschil of eiser recht heeft op de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4. Beoordeling van het geschil

Volgens vaste jurisprudentie worden als uitgangspunt de volgende drie algemene voorwaarden gesteld aan een bron van inkomen:

1) deelname aan het economische verkeer,

2) het (subjectieve) oogmerk om voordeel te behalen,

3) en de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.

Tussen partijen is niet in geschil dat eiser voldoet aan de eerste twee voorwaarden. De vraag die resteert, is of sprake is van de objectieve verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.

Gelet op de omstandigheid dat eiser, zoals hij ook zelf ter zitting heeft verklaard, sinds 2005 geen omzet heeft gerealiseerd met zijn kunstenaarsactiviteiten is er objectief gezien geen voordelen te verwachten uit de activiteiten van eiser. Er is derhalve geen sprake van een bron van inkomen. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat eiser heeft aangegeven dat hij op zijn vroegst pas in 2009 verwacht voor het eerst winst te maken.

Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

5. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

6. Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 25 april 2008

en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van mr.drs. J.A. Vriezen, griffier.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.