Rechtbank Arnhem, 20-05-2008, ECLI:NL:RBARN:2008:1207 BJ2958, 07/3042
Rechtbank Arnhem, 20-05-2008, ECLI:NL:RBARN:2008:1207 BJ2958, 07/3042
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Arnhem
- Datum uitspraak
- 20 mei 2008
- Datum publicatie
- 17 juli 2009
- ECLI
- ECLI:NL:RBARN:2008:BJ2958
- Zaaknummer
- 07/3042
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Verhuur van kantoorunits is terecht niet als onderneming aangemerkt.
Uitspraak
RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
registratienummer: AWB 07/3042
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 20 mei 2008
inzake
[X], wonende te [Z], eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 30 november 2006 voor het jaar 2002 een aanslag (aanslagnummer [H.26]) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.559.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 19 juni 2007 de aanslag gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen bij brief van 18 juli 2007, ontvangen bij de rechtbank op 18 juli 2007, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 april 2008 te Arnhem.
Namens eiser is daar verschenen [A]. Namens verweerder is verschenen
mr. [B].
2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.
Eiser heeft voor het jaar 2002 aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.576, waaronder een verlies uit onderneming van € 5.983. Eiser is in loondienst bij [C] te [Q]. Eiser verhuurt tevens kantoorunits aan de [a straat 1] te [Z]. Het resultaat van deze verhuur is door eiser aangemerkt als winst uit onderneming. De bovenverdieping van voormeld pand is bij eiser als woning in gebruik.
Bij het opleggen van de aanslag heeft verweerder het verlies uit onderneming niet geaccepteerd en het belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 19.559.
3. Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of de uitspraak op bezwaar voldoende is gemotiveerd.
Tevens is in geschil het antwoord op de vraag of de verhuur van de kantoorunits is aan te merken als winst uit onderneming.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.
4. Beoordeling van het geschil
Gezien de tekst van de uitspraak op bezwaar is de rechtbank van oordeel dat uitspraak op bezwaar voldoende is gemotiveerd. Deze grief van eiser faalt mitsdien.
Naar het oordeel van rechtbank is de verhuur van de kantoorunits niet aan te merken als een onderneming. Eiser heeft hiertoe onvoldoende gesteld. Hetgeen eiser wel heeft gesteld, namelijk dat hij, kortstondig, personeel in dienst heeft gehad en dat hij zelf onderhoud en reparaties heeft verricht, is op geen enkele wijze nader onderbouwd. Gelet hierop heeft verweerder de verhuur van de kantoorunits terecht niet als onderneming aangemerkt.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 20 mei 2008
en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. R.A.V. Boxem, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.L. van Benthem, griffier.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.