Home

Rechtbank Arnhem, 24-06-2010, ECLI:NL:RBARN:2010:1034 BM9293, AWB 09/1622

Rechtbank Arnhem, 24-06-2010, ECLI:NL:RBARN:2010:1034 BM9293, AWB 09/1622

Gegevens

Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum uitspraak
24 juni 2010
Datum publicatie
25 juni 2010
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2010:BM9293
Zaaknummer
AWB 09/1622

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Objectafbakening. Gehuurde kantoorruimte zonder eigen toiletten. Geen apart WOZ-object.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

registratienummer: AWB 09/1622

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 24 juni 2010

inzake

Stichting [X], gevestigd te [Z], eiseres,

tegen

de heffingsambtenaar van de gemeente Heumen, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [A-straat 1] te [Z] (hierna: de bedrijfsruimte), per waardepeildatum 1 januari 2007, vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 op € 152.000.

Verweerder heeft voor het jaar 2008 een aanslag reinigingsrechten opgelegd tot een bedrag van € 116,52.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 25 maart 2009 de WOZ-waarde en de aanslag reinigingsrechten gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 8 april 2009, ontvangen bij de rechtbank op 10 april 2009, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 november 2009 te Arnhem. Namens eiseres is verschenen mr. [gemachtigde], penningmeester van eiseres en belastingadviseur. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde].

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten. Op 14 december 2009 is het onderzoek heropend. In het heropeningsbesluit is bepaald dat eiseres tot 11 januari 2010 in de gelegenheid wordt gesteld aan de rechtbank een volmacht en een uittreksel van de Kamer van Koophandel te overleggen en dat partijen tot 11 januari 2010 in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over de vraag of de aanslag reiningingsrechten terecht is opgelegd. Voorts is in het heropeningsbesluit partijen verzocht om in hun reactie aan te geven of zij de rechtbank toestemming geven uitspraak te doen zonder dat een nadere zitting plaatsvindt.

Bij brief met dagtekening 14 december 2009, door de rechtbank ontvangen op 21 december 2009, zijn door de gemachtigde van eiseres een volmacht, een uittreksel van de Kamer van Koophandel en een verklaring van de verhuurder van de bedrijfsruimte inzake de reiningsrechten overgelegd.

Verweerder is bij brief van 5 januari 2010 en bij brief van 2 februari 2010 in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.

Bij brief van 17 februari 2010 heeft verweerder aan de rechtbank medegedeeld dat de brief van eiseres geen reactie behoeft.

Partijen hebben de rechtbank niet uitdrukkelijk toestemming gegeven een nadere zitting achterwege te laten.

Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juni 2010 te Arnhem. Namens eiseres is, met kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde].

2. Feiten

Eiseres huurt en gebruikt een gedeelte van het complex ‘[A]’. Het gehuurde bestaat uit drie bij elkaar liggende kamers die als kantoorruimte dienst doen en een kleine opslagruimte. De drie bij elkaar liggende kamers zijn binnen het complex toegankelijk via een afsluitbare toegangsdeur en zijn ook afzonderlijk afsluitbaar, evenals de opslagruimte. Het gehuurde omvat niet een afzonderlijke toiletvoorziening en ook geen pantry. Eiseres gebruikt de toiletten in de gemeenschappelijke hal van het complex. Deze toiletten worden ook gebruikt door de gebruikers van de peuterspeelzaal.

3. Geschil

In geschil is of de door eiseres gehuurde bedrijfsruimte als een afzonderlijk WOZ-object kan worden beschouwd, hetgeen verweerder stelt en eiseres betwist. Als wel sprake is van een afzonderlijk WOZ-object, dan is in geschil of de waarde van de bedrijfsruimte juist is vastgesteld.

Voorts is in geschil of aan eiseres terecht een aanslag reinigingsrechten is opgelegd.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4. Beoordeling van het geschil

Met betrekking tot de WOZ-beschikking

Voor de toepassing van de Wet WOZ wordt als één onroerende zaak aangemerkt een gedeelte van een gebouwd of ongebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt (artikel 16, aanhef, letter c van de Wet WOZ).

Naar het oordeel van de rechtbank is de bedrijfsruimte blijkens haar indeling niet bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt, omdat er geen toiletten tot de bedrijfsruimte behoren. Het gemeenschappelijk gebruik van de toiletten in de hal is hiervoor niet voldoende. Ook is niet voldoende dat de kantoorruimte afsluitbaar is en exclusief ter beschikking staat aan eiseres (zie Hoge Raad 8 oktober 2004, nr. 38 443 en 38 444, LJN VN2004/55.32). De bedrijfsruimte is daarom voor de toepassing van de Wet WOZ ten onrechte als één apart WOZ-object aangemerkt.

De WOZ-beschikking is derhalve ten onrechte aan eiseres opgelegd en dient te worden vernietigd. De rechtbank komt daarom niet toe aan beantwoording van de vraag of de waarde juist is vastgesteld.

Met betrekking tot de aanslag reinigingsrechten

Tijdens het tweede onderzoek ter zitting heeft verweerder verklaard dat de aanslag reinigingsrechten moet worden vernietigd. Dit naar aanleiding van de door eiseres overgelegde verklaring van de verhuurder over de wijze waarop het afval van de huurder wordt afgevoerd. De rechtbank beslist dienovereenkomstig.

5. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De gemachtigde van eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn gemaakt, dan wel nog aan eiseres in rekening zullen worden gebracht. Ook overigens is niet gesteld of gebleken dat eiseres kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.

6. Beslissing

De rechtbank:

- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar;

- vernietigt de WOZ-beschikking en de aanslag reinigingsrechten en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;

- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 297 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.M. Smit, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.G. Tiemessen, griffier.

De griffier, De rechter,

Uitgesproken in het openbaar op: 24 juni 2010

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.