Home

Rechtbank Arnhem, 05-10-2010, ECLI:NL:RBARN:2010:1879 BO9388, AWB 10/593

Rechtbank Arnhem, 05-10-2010, ECLI:NL:RBARN:2010:1879 BO9388, AWB 10/593

Gegevens

Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum uitspraak
5 oktober 2010
Datum publicatie
30 december 2010
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2010:BO9388
Zaaknummer
AWB 10/593

Inhoudsindicatie

De beslissing op het verzoek om uitstel van betaling is geen beslissing waartegen beroep openstaat bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

registratienummer: AWB 10/593

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 5 oktober 2010

inzake

[X], wonende te [Z] (Duitsland), eiser,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost kantoor Almelo, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding.

Verweerder heeft, bij brief van 25 november 2009, eisers verzoek om uitstel van betaling betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2001 afgewezen (kenmerk: [000]).

Eiser heeft tegen deze afwijzing, bij brief van 8 februari 2010, beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 september 2010 te Arnhem

Namens verweerder is verschenen mr. drs. [gemachtigde]. Eiser is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op

5 juli 2010 aan [X] op het adres [A-straat 1] te [Z] (Duitsland), onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Eiser is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Nu genoemde brief niet ter griffie is terugontvangen en uit informatie van TNT Post is gebleken dat de brief op 19 juli 2010 aan eiser op genoemd adres is uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.

2. Motivering

Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. In de artikelen 8:2 tot en met 8:6 van de Awb is geregeld waartegen geen beroep bij de rechtbank ingesteld kan worden.

De bovengenoemde brief van verweerder betreft een beslissing op een verzoek om uitstel van betaling. Tegen deze beslissing staat geen beroep open bij de bestuursrechter. In artikel 8:5, eerste lid, van de Awb is immers bepaald dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit, genomen op grond van een wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de bijlage die bij deze wet behoort. In de bijlage bij de Awb wordt onder meer de Invorderingswet 1990, met uitzondering van de artikelen 30 en 49, genoemd. Dat betekent dat alleen tegen beslissingen op grond van de artikelen 30 en 49 van de Invorderingswet 1990 beroep bij de rechtbank kan worden ingesteld. In artikel 25, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is geregeld dat de ontvanger uitstel van betaling kan verlenen. De beslissing op het verzoek om uitstel van betaling is dan ook geen beslissing waartegen beroep openstaat bij de rechtbank.

De rechtbank, sector bestuursrecht, is onbevoegd daarvan kennis te nemen.

De rechtbank wijst eiser er op dat hij zich tot de burgerlijke rechter kan wenden als hij van oordeel is dat verweerder ten onrechte uitstel van betaling heeft geweigerd.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.L. van Benthem, griffier.

De griffier, De rechter,

Uitgesproken in het openbaar op: 5 oktober 2010

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.