Home

Rechtbank Breda, 14-12-2007, BK1654, 07/1200

Rechtbank Breda, 14-12-2007, BK1654, 07/1200

Gegevens

Instantie
Rechtbank Breda
Datum uitspraak
14 december 2007
Datum publicatie
6 november 2009
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBBRE:2007:BK1654
Zaaknummer
07/1200

Inhoudsindicatie

Deze uitspraak wordt gepubliceerd op verzoek. De rechtbank had de uitspraak niet voor publicatie geselecteerd. Om die reden is er geen samenvatting.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 07/1200

Uitspraakdatum: 3 december 2007

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Zuidwest, kantoor Breda, verweerder.

Eiseres en verweerder worden hierna aangeduid als respectievelijk belanghebbende en inspecteur.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van de inspecteur van 5 februari 2007 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag overdrachtsbelasting (aanslagnummer [aanslagnummer]).

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 november 2007 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van haar echtgenoot

[echtgenoot eiseres], alsmede namens de inspecteur, [gemachtigde], mr. [gemachtigde] en [gemachtigde].

1.Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de naheffingsaanslag berekend over een waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] ter grootte van € 245.000;

- gelast dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 39 aan deze vergoedt.

2.Gronden

2.1. De rechtbank heeft ter zitting het tussen partijen levende geschil met hen doorgenomen en daarbij zijn alle standpunten en onderbouwingen van partijen aan de orde geweest. Partijen zijn ter zitting nader tot overeenstemming gekomen in die zin dat de in geschil zijnde naheffingsaanslag zal worden verminderd, berekend over een waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] per 31 december 2002 ter grootte van € 245.000.

Partijen zijn voorts overeengekomen dat zij elk hun eigen proceskosten zullen dragen.

2.2. Met betrekking tot de heffingsrente merkt de rechtbank op dat de inspecteur ingevolge artikel 30f van de AWR heffingsrente in rekening diende te brengen nu er sprake is van een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting. Overigens is niet gesteld of gebleken dat het bedrag van de heffingsrente in casu onjuist is vastgesteld. Nu echter de naheffingsaanslag op grond van het bovenstaande zal worden verminderd, zal ook de in rekening gebrachte heffingsrente op grond van artikel 30h, tweede lid, van de AWR dienovereenkomstig worden verminderd.

2.3. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep gegrond verklaard.

Deze uitspraak is gedaan op 3 december 2007 door mr. A.J. Kromhout, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M. van Es-Hinnen, griffier.

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 14 december 2007

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.