Rechtbank Breda, 06-05-2009, BI6040, AWB 06-6135
Rechtbank Breda, 06-05-2009, BI6040, AWB 06-6135
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Breda
- Datum uitspraak
- 6 mei 2009
- Datum publicatie
- 3 juni 2009
- ECLI
- ECLI:NL:RBBRE:2009:BI6040
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2010:BN5161, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB 06-6135
Inhoudsindicatie
OB. Levering schoolboek met Cd-rom. De Cd-rom is in het onderhavige geval zodanig complementair ten opzichte van het werkboek, dat uitgegaan moet worden van de levering van één goed, bestaande uit een werkboek en een Cd-rom. De levering van het werkboek met Cd-rom moet dan onder de gegeven omstandigheden voor de omzetbelasting worden aangemerkt als de levering van een boek als bedoeld in post a30 van Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 en is geheel belast naar het lage OB tarief.
Uitspraak
RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 06/6135
Uitspraakdatum: 6 mei 2009
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende], gevestigd
te [woonplaats],
eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
verweerder.
Eiseres wordt hierna belanghebbende genoemd en verweerder inspecteur.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van de inspecteur van 10 november 2006 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2009. Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende haar gemachtigde, alsmede de inspecteur.
1. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 98.734;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 805, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die dit bedrag aan belanghebbende moet vergoeden;
- gelast dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 281 aan deze vergoedt.
2. Gronden
2.1. De aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag over het onderhavige tijdvak beliep € 1.125.840. In de uitspraak is het nageheven bedrag verminderd tot € 789.237. Daarvan heeft € 690.503 betrekking op Cd-roms die zijn bijgevoegd bij werkboeken voor het onderwijs. Ter zitting is komen vast te staan dat het door belanghebbende bij de stukken gevoegde werkboek “Praktische economie, economie voor de onderbouw, werkboek H/V” en de daarbij gevoegde Cd-rom, die ter zitting ook aan de inspecteur zijn verstrekt, exemplarisch zijn voor alle boeken met Cd-rom waarop de onderhavige naheffingsaanslag ziet.
2.2. De inspecteur stelt dat bij levering van een werkboek met bijbehorende Cd-rom sprake is van twee afzonderlijke leveringen voor de omzetbelasting, namelijk die van het werkboek en die van de Cd-rom, waarvan de ene (het boek) is belast tegen het lage omzetbelastingtarief en de tweede (de Cd-rom) tegen het normale omzetbelastingtarief. Belanghebbende stelt dat sprake is van één levering, namelijk de levering van een boek, te belasten tegen het lage omzetbelastingtarief. De verkoop van het werkboek met Cd-rom geschiedt tegen één prijs. Tussen partijen staat vast dat, indien de inspecteur gelijk heeft, van die prijs 85% moet worden toegerekend aan het boek en 15% aan de Cd-rom.
2.3. Vaststaat dat het werkboek en de Cd-rom fysiek afzonderlijke goederen zijn. Uitgangspunt voor de omzetbelasting is dat bij de gelijktijdige levering van twee of meer afzonderlijke goederen, die leveringen afzonderlijk in aanmerking worden genomen. Een uitzondering daarop doet zich voor wanneer de levering van één van de goederen zodanig bijkomstig is aan de levering van het andere goed, dat eerstbedoelde levering opgaat in de laatstbedoelde dan wel wanneer beide goederen zodanig functioneel met elkaar samenhangen, dat sprake is van de levering van één goed. In dat geval hangt het van de aard van dat goed af of op de levering ervan het verlaagde tarief van toepassing is.
2.4. Partijen zijn het er over eens dat de Cd-rom een inhoud heeft die direct samenhangt met de lesstof van het werkboek en niet los gekocht kan worden. Tevens is komen vast te staan dat een leerling wel met uitsluitend het werkboek de lesstof tot zich kan nemen maar niet met uitsluitend de Cd-rom, en dat de Cd-rom niet afzonderlijk, los van het werkboek, gebruikt kan worden. Onder deze omstandigheden kan de levering van de Cd-rom naar het oordeel van de rechtbank niet afzonderlijk in aanmerking worden genomen. De Cd-rom is in het onderhavige geval zodanig complementair ten opzichte van het werkboek, dat uitgegaan moet worden van de levering van één goed, bestaande uit een werkboek en een Cd-rom. De levering van het werkboek met Cd-rom moet onder de gegeven omstandigheden voor de omzetbelasting worden aangemerkt als de levering van een boek als bedoeld in post a30 van Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968. Belanghebbende heeft derhalve terecht het verlaagde omzetbelastingtarief toegepast.
2.5. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep gegrond. De naheffingsaanslag moet worden verminderd met € 690.503 tot € 98.734.
2.6. De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 805 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor de conclusie van repliek, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 322 en een wegingsfactor 1).
Aldus gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, voorzitter, mr. D.B. Bijl en mr. K.M. Braun, rechters, en door de voorzitter en mr. M. Jansen, griffier, ondertekend.
De griffier, De voorzitter,
Uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2009.
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te [woonplaats] (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.