Rechtbank Den Haag, 29-01-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:1167, AWB-12_10462
Rechtbank Den Haag, 29-01-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:1167, AWB-12_10462
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 januari 2013
- Datum publicatie
- 10 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2013:1167
- Zaaknummer
- AWB-12_10462
- Relevante informatie
- Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 27e, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 25, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 67e, Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 [Tekst geldig vanaf 01-01-2009] [Regeling ingetrokken per 2009-01-01]
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Navorderingen na boekenonderzoek. Omkering van de bewijslast. Vergrijpboeten.
Eiser exploiteert een restaurant. Naar aanleiding van een boekenonderzoek worden navorderingsaanslagen met vergrijpboeten opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de administratie van eiser zo veel tekortkomingen had dat verweerder daarmee al heeft bewezen dat eiser de ontvangsten niet tot de juiste bedragen heeft geboekt. Aan de vraag of omkering van de bewijslast moet worden toegepast komt de rechtbank niet meer toe. De rechtbank oordeelt verder dat de wijze waarop eiser zijn administratie heeft bijgehouden getuigd van grove onachtzaamheid. De vergrijpboeten zijn daarom terecht opgelegd. Wel vermindert de rechtbank twee van de vier de boeten omdat verweerder die verkeerd heeft berekend.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 12/10462, AWB 12/10464, AWB 12/10466, AWB 12/10467, AWB 12/10468, AWB 13/663, AWB 13/664 en AWB 13/665
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 januari 2013 in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiser(gemachtigde: [A]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraken van verweerder van 26 april 2012 op de bezwaren van eiser tegen de aan hem opgelegde navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2002 en de jaren 2005 tot en met 2008 en navorderingsaanslagen premie zorgverzekeringswet voor de jaren 2006 tot en met 2008.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 januari 2013.
Eiser is daar in persoon verschenen. Namens verweerder is [B] verschenen, bijgestaan door [C] en [D].
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart de beroepen, die zijn gericht tegen de navorderingsaanslag voor het jaar 2002 en tegen de boetebeschikkingen bij de navorderingsaanslagen voor de jaren 2005 en 2006, gegrond;
- vernietigt die uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag voor het jaar 2002;
- vermindert de boete, opgelegd bij de navorderingsaanslag voor het jaar 2005, tot € 960;
- vermindert de boete, opgelegd bij de navorderingsaanslag voor het jaar 2006, tot € 1.379;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 470, te betalen aan eiser;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 42 aan eiser te vergoeden.