Rechtbank Den Haag, 27-09-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:14081, AWB-13_4021
Rechtbank Den Haag, 27-09-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:14081, AWB-13_4021
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 27 september 2013
- Datum publicatie
- 22 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2013:14081
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2014:3071, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB-13_4021
- Relevante informatie
- Wet vervoer binnenvaart [Tekst geldig vanaf 01-07-2009] [Regeling ingetrokken per 2009-07-01] art. 5, Algemene Ouderdomswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 2, Algemene Ouderdomswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 6, Algemene Ouderdomswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 6a
Inhoudsindicatie
In geschil is of X, een Rijnvarende, in 2007 in Nederland premies volksverzekeringen is verschuldigd. De rechtbank oordeelt dat X onder het Verdrag Rijnvarenden valt. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de vennootschap [E], bij wie hij in dienstbetrekking was en in Luxemburg is gevestigd, het schip feitelijk exploiteerde. Hierbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat Het Luxemburgse Tribunal Administratif heeft geoordeeld dat [E] niet als scheepsexploitant kan worden aangemerkt en de Luxemburgse autoriteiten de SVB hebben geïnformeerd dat [E] zich uitsluitend met het uitlenen van personeel heeft beziggehouden. Voorts oordeelt de rechtbank dat Nederland niet is gebonden aan de E-101 verklaring omdat het Verdrag Rijnvarenden van toepassing is en niet de Verordening nr. 1408/71 van de EU. Tot slot wordt het standpunt van X dat de uitspraak op bezwaar niet zorgvuldig is voorbereid door de rechtbank verworpen.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 13/4021
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2013 in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiser
(gemachtigde: [A]),