Home

Rechtbank Den Haag, 05-11-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:15254, AWB-13_5188

Rechtbank Den Haag, 05-11-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:15254, AWB-13_5188

Gegevens

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting. Waardering en vrijval pensioenverplichting.

Een aan eiseres gelieerde BV heeft een pensioenverplichting die eind 2010 voor € 4.769.397 wordt overgedragen aan eiseres. Ingevolge artikel 8 van de Wet Vpb en artikel 3.29 van de Wet IB 2001 dient eiseres de pensioenverplichting ultimo 2010 te waarderen op € 3.864.313, zodat in 2010 een fiscale vrijval plaatsvindt van € 865.084. Eiseres acht de belastingheffing over deze vrijval in strijd met het eerste protocol bij het EVRM.

Op grond van de jurisprudentie van het EHRM oordeelt de rechtbank dat de desbetreffende wettelijke bepalingen voldoende toegankelijk, precies en voorzienbaar in de uitoefening zijn, daarmee een legitiem doel in het algemeen belang is gediend en de wetgever met het uitvaardigen daarvan niet is getreden buiten de hem toekomende ruime beoordelingsmarge. Verder oordeelt de rechtbank dat eiseres niet aannemelijk maakt dat zij met de belastingheffing over de vrijval is getroffen door een buitensporige last. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 13/5188

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 november 2013 in de zaak tussen

[X] BV, gevestigd te [Z], eiseres(gemachtigde: [A]),

en

de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 14 mei 2013 op het bezwaar van eiseres tegen de voor het jaar 2010 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van € 709.646.

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel