Rechtbank Den Haag, 03-10-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:15266, AWB-13_3370
Rechtbank Den Haag, 03-10-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:15266, AWB-13_3370
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 oktober 2013
- Datum publicatie
- 19 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2013:15266
- Zaaknummer
- AWB-13_3370
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024] art. 8:58, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 30ha, Wet algemene bepalingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2012] art. 11, Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 10, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 30hb, Besluit proceskosten bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 3, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024] art. 7:15
Inhoudsindicatie
Na vernietiging van de uitspraak op bezwaar en terugwijzing naar het bestuursorgaan met de opdracht een nieuwe uitspraak op bezwaar te nemen herleeft zonder de opdracht van de rechtbank niet de hoorplicht ex artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Terugbetaling van een in strijd met het Unierecht geïnd bedrag moet inclusief een rentevergoeding plaatsvinden. De periode waarover die rente moet worden vergoed hangt af van de duur van de periode waarin eiser niet heeft kunnen beschikking over het in strijd met het Unierecht betaalde bedrag.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 13/3370
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2013 in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiser(gemachtigde: [A]),
en