Rechtbank Den Haag, 19-09-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:15270, AWB-13_3383
Rechtbank Den Haag, 19-09-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:15270, AWB-13_3383
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 19 september 2013
- Datum publicatie
- 19 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2013:15270
- Zaaknummer
- AWB-13_3383
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 8:58, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 6:7, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 7:3, Besluit Fiscaal Bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 14-07-2011] [Regeling ingetrokken per 2011-07-14 met twk tot 2011-07-05]
Inhoudsindicatie
Het verzoek om uitstel van de zitting in verband met een zitting bij het Hof van Justitie van de Europese Unie is afgewezen omdat gemachtigde niet aannemelijk heeft gemaak dat hij voor die zitting als gemachtigde was uitgenodigd. Daarbij was gemachtigde reeds bij brief van 27 mei 2013 op de hoogte gesteld van het feit dat, indien een zitting is gepland, rekening houdend met de verhinderdata van de gemachtigde, een verzoek om verdaging van de zitting in beginsel niet zal worden gehonoreerd.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 13/3381
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2013 in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiser(gemachtigde: [A]),
en