Rechtbank Den Haag, 12-03-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:3059, AWB-12_8191
Rechtbank Den Haag, 12-03-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:3059, AWB-12_8191
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 12 maart 2013
- Datum publicatie
- 20 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2013:3059
- Zaaknummer
- AWB-12_8191
Inhoudsindicatie
Nu de bewijslast wegens het niet tijdig doen van de vereiste aangifte reeds is omgekeerd, komt de rechtbank niet meer toe aan de beoordeling van de vraag of de bewijslast ook moet worden omgekeerd op de grond dat eiser niet aan zijn administratieverplichting heeft voldaan.
Gelet op het vorenoverwogene is de rechtbank gehouden het beroep, ingevolge artikel 27e, eerste lid, van de Awr, ongegrond te verklaren, tenzij is gebleken dat en in hoeverre de uitspraak op bezwaar onjuist is. Eiser is naar het oordeel van de rechtbank niet in dat bewijs geslaagd. Beroep ongegrond
Uitspraak
Rechtbank 's-Gravenhage
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 12/8191
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 maart 2013 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Haaglanden, kantoor [kantoorplaats] , verweerder.
12/8191
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 12 juli 2012 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser voor het jaar 2008 opgelegde aanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.000 (aanslagnummer [aanslagnummer] ) en de daarbij opgelegde verzuimboete van € 1.134.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2013.
Namens eiser is niemand verschenen. Namens verweerder zijn verschenen [persoon 1] en [persoon 2] .
De rechtbank heeft het bij fax van 26 februari 2013 gedane verzoek van eiser om uitstel van de zitting, omdat eiser wegens ziekte niet in staat zou zijn om de zitting bij te wonen, afgewezen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat een zitting op 28 november 2012 op verzoek van eiser wegens verhindering is uitgesteld en dat nadien ook de zitting op 12 december 2012 wegens ziekte van eiser is uitgesteld. Nu het uitstelverzoek voorts zeer kort voor de zitting is ontvangen, zoals ook het geval was met het uitstelverzoek voor de zitting van 12 december 2012, en het verzoek overigens onvoldoende is gemotiveerd, heeft de rechtbank hierin geen aanleiding gevonden om het onderzoek ter zitting wederom uit te stellen.
Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen de aanslag, ongegrond;
- -
-
verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen de verzuimboete, niet-ontvankelijk.