Rechtbank Den Haag, 29-03-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:3642, AWB-12_10931
Rechtbank Den Haag, 29-03-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:3642, AWB-12_10931
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 maart 2013
- Datum publicatie
- 17 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2013:3642
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2014:1316, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB-12_10931
Inhoudsindicatie
Nu eiser geen relevante nadere gegevens heeft versterkt en hij in beroep niet heeft gemotiveerd waarom de aanslag naar zijn mening te hoog is, acht zij de door verweerder berekende hoogte van de omzet, die gebaseerd is op voorgaande jaren, aannemelijk. Ten aanzien van het privé gebruik auto en het urencriterium van de zelfstandigenaftrek heeft eiser de bewijslast. Eiser heeft hiertoe geen nadere gegevens overgelegd cq. beroepsgronden aangevoerd. De rechtbank is van oordeel dat eiser niet is geslaagd in zijn bewijslast. De rechtbank acht derhalve de door verweerder vastgestelde aanslag aannemelijk.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 12/10931
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 maart 2013 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z], eiser,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 15 oktober 2012 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser voor het jaar 2007 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: de aanslag) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 64.597 (aanslagnummer [nummer]) en een beschikking heffingsrente van € 2.386.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2013.
Eiser is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 12 februari 2013 aan [X], Postbus [nummer], te [Z], onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Eiser is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Nu genoemde brief niet ter griffie is terugontvangen en uit informatie van PostNL is gebleken dat de brief op 19 februari 2013 aan eiser op genoemd adres is uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden. Namens verweerder zijn verschenen [A] en [B].
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.