Home

Rechtbank Den Haag, 30-09-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12471, 14_5768 BPM

Rechtbank Den Haag, 30-09-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12471, 14_5768 BPM

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
30 september 2014
Datum publicatie
12 februari 2015
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2014:12471
Zaaknummer
14_5768 BPM
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 6:7, 6:9

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft op één aanslagbiljet de verschuldigde Bpm vastgesteld ter zake van de registratie van zowel voertuig 1 als voertuig 2. Pas bij doorzending van het beroepschrift door de rechtbank raakt verweerder ermee bekend dat eiseres niet alleen met betrekking tot voertuig 1, maar ook met betrekking tot voertuig 2 bezwaar heeft willen maken. Wegens termijnoverschrijding verklaart verweerder het bezwaar dat ziet op voertuig 2 niet-ontvankelijk.

De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat het bezwaarschrift tegen de verschuldigde Bpm op voertuig 1 mede had moeten worden aangemerkt als zijnde gericht tegen de verschuldigde Bpm op voertuig 2. Een dergelijke opvatting vindt geen steun in de bewoording van het bezwaarschrift. De rechtbank merkt op dat op het aanslagbiljet twee naheffingsaanslagen zijn vermeld. Tegen deze beide naheffingsaanslagen stond bezwaar open. Van verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. Verweerder heeft het bezwaar dat ziet op de verschuldigde Bpm ter zake van de registratie van voertuig 2 terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 14/5768

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 september 2014 in de zaak tussen

B.V. [X], gevestigd te [P], eiseres(gemachtigde: mr. S.M. Bothof),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 30 juni 2014 op het bezwaar van eiseres tegen de aan eiseres opgelegde naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) van 4 oktober 2013 met kenmerk [nummer] (de naheffingsaanslag E350) en de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 september 2014.

Eiseres is vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [A], [B], [C], [D].

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen