Rechtbank Den Haag, 16-10-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12850, 14_3654 IBPVV
Rechtbank Den Haag, 16-10-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12850, 14_3654 IBPVV
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2014
- Datum publicatie
- 15 april 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2014:12850
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2015:2209, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 14_3654 IBPVV
Inhoudsindicatie
In 2008 zijn depotnota's uitgereikt en voldaan. De ontvangen bedragen zijn door eiser niet tot zijn omzet gerekend. Verweerder heeft aan eiser navorderingsaanslagen opgelegd en de niet aangegeven bedragen als omzet in aanmerking genomen. Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat eiser aannemelijk maakt dat deze bedragen niet tot de omzet van het jaar 2008 moeten worden gerekend. Met hetgeen eiser heeft aangevoerd is hij naar het oordeel van de rechtbank niet in het leveren van het bewijs geslaagd.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 14/3654 en SGR 14/3657
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2014 in de zaak tussen
[eiser], wonende te [plaats], eiser
en
[P] , verweerder.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van verweerder van 2 april 2014 op de bezwaren van eiser tegen de voor het jaar 2008 opgelegde navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.637 (de navorderingsaanslag IB/PVV) en de navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzerkeringswet (Zvw) naar een bijdrage inkomen van € 31.231 (de navorderingsaanslag Zvw).
Zitting
Op 1 oktober 2014 heeft eiser op medische gronden verzocht om uitstel van behandelingen van de beroepen ter zitting op 2 oktober 2014. De rechtbank heeft dit verzoek onder voorbehoud afgewezen. De beoordeling van het verzoek zou heroverwogen worden indien eiser voor 9 oktober 2014 een doktersverklaring aan de rechtbank kon overleggen waaruit zou blijken dat hij niet in staat was om op 2 oktober 2014 de zitting bij te wonen. Op 7 oktober 2014 heeft eiser de rechtbank laten weten een dergelijke doktersverklaring niet te kunnen overleggen. Naar aanleiding daarvan heeft de rechtbank besloten het onderzoek niet te heropenen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2014.
Eiser is daar, met bericht aan de rechtbank, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door[vertegenwoordiger 1] en [vertegenwoordiger 2].