Rechtbank Den Haag, 04-11-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:15320, AWB-14_4821
Rechtbank Den Haag, 04-11-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:15320, AWB-14_4821
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 4 november 2014
- Datum publicatie
- 10 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2014:15320
- Zaaknummer
- AWB-14_4821
Inhoudsindicatie
Bij onderhandse aktes heeft de moeder van eiser (erflaatster) in de jaren 2008, 2009 en 2010 diverse schenkingen aan haar en haar broers en zussen gedaan welke door haar schuldig zijn gebleven. In december 2011 is erflaatster overleden en was op de schuldig gebleven bedragen nog niks afgelost. De rechtbank oordeelt dat de schuldig gebleven bedragen niet voor aftrek op de nalatenschap in aanmerking komen, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schenkingen niet de strekking hadden om pas na het overlijden van erflaatster te worden uitgevoerd.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 14/4821
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2014 in de zaak tussen
[eiseres], wonende te [plaats], eiseres(gemachtigde: mr. M.A. Arts RB),
en
[P] , verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 2 mei 2014 op het bezwaar van eiseres tegen de aanslag erfbelasting (aanslagnummer [nummer]) en de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente wegens een verkrijging in het jaar 2011 (de aanslag).