Rechtbank Den Haag, 23-01-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:1535, 13/6759 13/6763
Rechtbank Den Haag, 23-01-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:1535, 13/6759 13/6763
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 januari 2014
- Datum publicatie
- 10 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2014:1535
- Zaaknummer
- 13/6759 13/6763
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024] art. 6:7, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 26c, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024] art. 6:9, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 16, Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 3.153
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Navordering na onjuiste verliesverrekening.
Aan eiser worden voor de jaren 2008 en 2009 navorderingsaanslagen opgelegd om onjuiste verrekening van verliezen te corrigeren. In geschil is of dit terecht is.
Aangaande de navorderingsaanslag voor 2008 oordeelt de rechtbank dat die terecht is opgelegd omdat uit de stukken blijkt dat sprake was van een voor eiser kenbare fout in de primitieve aanslag en uit het biljet van de navorderingsaanslag blijkt dat de onjuiste verliesverrekeningsbeschikking is herzien. Beroep in zoverre ongegrond.
Aangaande de navorderingsaanslag voor 2009 oordeelt de rechtbank dat die ten onrechte is opgelegd omdat uit niets blijkt dat de onjuiste verliesverrekeningsbeschikking is herroepen. Beroep in zoverre gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 13/6759 en SGR 13/6763
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 januari 2014 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z], eiser(gemachtigde: [A]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 5 juli 2013 op het bezwaar van eiser tegen de voor de jaren 2008 en 2009 opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB). De navorderingsaanslag voor 2008 is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 48.367 en die voor 2009 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 107.508.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 januari 2014.
Eiser is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door [B], bijgestaan door [C].
Beslissing
De rechtbank
- verklaart het beroep tegen de navorderingsaanslag IB 2008 gegrond;
- verklaart het beroep tegen de navorderingsaanslag IB 2009 ongegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar die betrekking heeft op de navorderingsaanslag IB 2008;
- vernietigt de navorderingsaanslag IB 2008 en de daarbij gegeven heffingsrentebeschikking, en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 44 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.217.