Home

Rechtbank Den Haag, 22-05-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:6419, AWB-13_5512

Rechtbank Den Haag, 22-05-2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:6419, AWB-13_5512

Inhoudsindicatie

Informatiebeschikkingen terecht aan bekenner KB Lux rekening gegeven. Opheffing van de rekening brengt nog niet mee dat de grondslag aan de informatiebeschikkingen is komen te ontvallen.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummers: SGR 13/5512 t/m SGR 13/5516, SGR 13/5518, SGR 13/5519 en SGR 13/5967

(gemachtigde: [A]),

en

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 17 mei 2013 ten aanzien van eiser een informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) afgegeven met betrekking tot de jaren 2001 tot en met 2007. Met dagtekening 24 juni 2013 heeft verweerder ten aanzien van eiser een informatiebeschikking met betrekking tot het jaar 2009 afgegeven.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van respectievelijk 24 juni 2013 en 12 juli 2013 de informatiebeschikkingen gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 april 2014.

Namens eiser is verschenen zijn gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen [B] en [C].

Overwegingen

Feiten

1.

Verweerder heeft renseignementen ontvangen betreffende Nederlandse rekeninghouders bij de Kredietbank Luxembourg te Luxemburg (KB Lux). De renseignementen vermelden onder meer een rekening met nummer [rekeningnummer] met een saldo op 31 januari 1994 van (in totaal) ƒ 43.141,77 ten name van [voornaam] [achternaam X]-[achternaam Y]. Verweerder heeft eiser (en zijn echtgenote) als houder(s) van die rekening geïdentificeerd.

2.

Eiser is gehuwd met [voorletters] [achternaam X]-[achternaam Y]. Zij hebben in hun aangiften inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de onderhavige jaren geen inkomensbestanddelen opgenomen die betrekking hebben op een rekening bij de KB Lux. Eiser heeft tegen de aan hem opgelegde aanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 2001 tot en met 2007 bezwaar gemaakt. Op deze bezwaren is nog geen uitspraak gedaan.

3.

Verweerder heeft bij brieven van 10 april 2013 eiser verzocht om nadere gegevens te verstrekken ter zake van zijn KB Lux rekening en eventuele andere door hem aangehouden buitenlandse bankrekeningen, waaronder de bankafschriften van de saldigegevens per 31 december 2000 tot en met 31 december 2010 alsmede de hoogte en het bestedingsdoel van de opnamen dan wel overboekingen van de rekening. Na het uitblijven van een inhoudelijke reactie van de zijde van eiser heeft verweerder met dagtekening 17 mei 2013 en 24 juni 2013 de onderhavige informatiebeschikkingen afgegeven, waarbij hij om beantwoording van zijn vragenbrieven van 10 april 2013 heeft verzocht.

4.

Op 4 april 2014 heeft eiser de volgende stukken ingebracht:

- een op 19 oktober 2005 ondertekend formulier “Verzoek tot Opheffing van een Rekening” van de KB Lux, met vermelding van het onder 1 vermelde rekeningnummer;

- een rekeningafschrift van de onder 1 vermelde KB Lux rekening, waarop een saldo per 19 oktober 2005 van € 0,00 staat vermeld.

Geschil

5.

In geschil is of verweerder de informatiebeschikkingen terecht heeft afgegeven.

6.

Eiser concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen voor de jaren 2006, 2007 en 2009 en vernietiging van de informatiebeschikkingen voor zover het de jaren 2006, 2007 en 2009 betreft. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.

Beoordeling van het geschil

7.

Ingevolge artikel 47, eerste lid, van de Awr is een ieder verplicht desgevraagd aan verweerder de gegevens en inlichtingen te verschaffen en bescheiden over te leggen die voor de belastingheffing te zijnen aanzien van belang kunnen zijn en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarvan de raadpleging van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing te zijnen aanzien, voor dit doel beschikbaar te stellen. Indien met betrekking tot een – voor zover hier van belang – op te leggen aanslag niet of niet volledig wordt voldaan aan de verplichtingen ingevolge artikel 47 van de Awr, kan verweerder dit op grond van artikel 52a, eerste lid, van de Awr vaststellen bij voor bezwaar vatbare beschikking (de informatiebeschikking).

8.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat de door hem gevraagde informatie voor de belastingheffing van eiser voor de onderhavige jaren van belang kon zijn. Voor de aanwezigheid van een belang als bedoeld in artikel 47 van de Awr is namelijk slechts vereist dat het gevraagde op zichzelf beschouwd van belang kan zijn voor de belastingheffing van de betrokken belastingplichtige (vgl. Hoge Raad 8 januari 1986, nr. 23 034, ECLI:NL:LJN HR1986:AW8125, BNB 1986/128). Gelet op de renseignementen en de door verweerder uitgevoerde identificatie die erin resulteerde dat eiser als (mede-)rekeninghouder van de in 1 vermelde KB Lux rekening kon worden aangewezen, bestond er voor verweerder voldoende aanleiding om eiser, nu dit ook voor zijn belastingheffing voor de onderhavige jaren van belang kon zijn, nadere inlichtingen te vragen omtrent de hiervoor genoemde KB Lux rekening. De omstandigheid dat de KB Lux rekening reeds enige tijd, naar eiser stelt in 2005, is opgeheven, brengt niet mee dat de grondslag aan de informatiebeschikkingen voor zover deze betrekking hebben op de jaren na 2005, is komen te ontvallen. Uit voornoemde stelling kan immers, anders dan eiser kennelijk betoogd, niet worden afgeleid dat er voor de jaren 2006, 2007 en 2009 geen belang (meer) zou zijn voor de belastingheffing van eiser. Niet kan worden uitgesloten dat eiser ook in latere jaren, zo ook in 2006, 2007 en 2009, nog steeds, al dan niet via een andere buitenlandse bankrekening, over (een deel van) het vermogen van de opgeheven KB Lux rekening, heeft beschikt.

9.

Nu eiser ter zitting heeft erkend dat hij een KB Lux rekening heeft aangehouden en hij, ondanks de verzoeken van verweerder daartoe, geen gegevens over die rekening heeft verstrekt, heeft eiser niet aan zijn informatieverplichting voldaan. De omstandigheid dat eiser vlak voor de zitting een aantal stukken betreffende zijn KB Lux rekening heeft ingebracht, maakt dit niet anders. Aldus zijn ten aanzien van eiser terecht de onderhavige informatiebeschikkingen afgegeven.

10.

Gelet op wat hiervoor is overwogen, dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard. De rechtbank zal eiser op grond van artikel 27e, tweede lid, van de Awr een nieuwe termijn stellen om de overige in de informatiebeschikkingen gestelde vragen te beantwoorden en de verzochte informatie te verstrekken. De rechtbank acht een termijn van zes weken vanaf de dag na die van verzending van de uitspraak passend.

Proceskosten

11.

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart de beroepen ongegrond;

- stelt eiser een termijn van zes weken, gerekend vanaf de dag na die waarop deze uitspraak is verzonden, om alsnog aan verweerder de overige in de informatiebeschikkingen gevraagde informatie te verstrekken.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Obbink-Reijngoud, voorzitter, en mr. E.I. Batelaan-Boomsma en mr. J.W. van den Berge, leden, in aanwezigheid van mr. U.A. Salomons, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2014.

Rechtsmiddel