Rechtbank Den Haag, 21-08-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:11129, AWB - 15 _ 179
Rechtbank Den Haag, 21-08-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:11129, AWB - 15 _ 179
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 21 augustus 2015
- Datum publicatie
- 4 augustus 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:11129
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 179
Inhoudsindicatie
Aanslag erfbelasting. Tot de nalatenschap behoren o.a. aandelen in een BV. Eiseres is erfgename en heeft verzocht om toepassing van de mantelzorgvrijstelling en om toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOR). De rechtbank oordeelt dat eiseres niet als partner van erflaatster kan worden aangemerkt. Met betrekking tot de vrijstelling BOR is de rechtbank van oordeel dat het vermogen van de BV volledig aangemerkt kan worden als ondernemingsvermogen. De (voorwaardelijke) vrijstelling van de BOR is dan ook terecht toegekend door verweerder en de rechtbank ziet geen aanleiding verweerder te volgen in zijn nader standpunt dat de leningen en de overige liquide middelen behoren tot het privévermogen van eiseres. Gelet op het oordeel van de rechtbank inzake het ondernemingsvermogen kan de latente belastingschuld in mindering worden gebracht op de belaste verkrijging. Voorts dient de belaste verkrijging nog verder te worden verminderd omdat verweerder de aanslag bij de uitspraak op bezwaar nog niet met de verlaging van de WOZ-waarde van de woning van erflaatster heeft verminderd. Beroep gegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/179
(gemachtigde: P.J.Th.M. Steeghs RA en mr. C.G.P. Remmers),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer]) erfbelasting opgelegd
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting een pleitnota en een nadere pleitnota ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 mei 2015.
Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde mr. C.G.P. Remmers en [broer eiseres]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon A] en [persoon B].
Overwegingen
Feiten
1. Op [overlijdensdatum] 2013 is [moeder eiseres] (hierna: erflaatster), moeder van eiseres, overleden. De echtgenoot van erflaatster is op [overlijdensdatum] 2002 overleden. Eiseres en haar broer [broer eiseres] (hierna: de zoon) zijn de enige erfgenamen.
2. Eiseres heeft gedurende een drietal jaren, te weten in 2011, 2012 en 2013, een mantelzorgcompliment ontvangen in verband met de zorg voor erflaatster.
3. Erflaatster woonde volgens de gemeentelijke basisadministratie op het moment van overlijden op het adres [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning). Eiseres woonde volgens de gemeentelijke basisadministratie ten tijde van het verlenen van de mantelzorg op het adres [adres] te [woonplaats].
4. Tot de nalatenschap behoren, voor zover hier van belang:
a. de woning;
b. 70 aandelen in [X] B.V. (de BV) die per de datum van overlijden van erflaatster een waarde van € 101.036 vertegenwoordigden.
5. De BV en [Y] BV (hierna: de dochtermaatschappij) vormen samen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Eiseres is sedert 1989 in dienstbetrekking werkzaam bij de dochtermaatschappij.
6. Tot de gedingstukken behoort een op 31 maart 2014 verleden akte Levering Aandelen in de besloten vennootschap [X] B.V., waaruit blijkt dat de zoon zijn onverdeeld aandeel in de aandelen van de BV om niet heeft overgedragen aan eiseres.
7. Eiseres en de zoon hebben op 30 april 2014 de aangifte erfbelasting ingediend. De aangegeven WOZ-waarde van de woning is € 293.000. In de aangifte verzoekt eiseres om toepassing van de mantelzorgvrijstelling en om toepassing van de vrijstelling voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Als ‘goingconcernwaarde’ van de aandelen is een bedrag van € 101.000 aangegeven. Bij de rubriek ‘latente inkomstenbelasting over (gezamenlijk) aanmerkelijk belang’ is een bedrag van € 5.322 ingevuld.
8. Verweerder heeft bij brieven van 6 mei 2014 en 11 juni 2014 onder meer verzocht om een specificatie van het ondernemingsvermogen en een afschrift van de akte van verdeling van de aandelen van de BV, waaruit ook blijkt hoe de onderlinge schuld-verhouding wegens over-/onderbedeling is geregeld. Bij brief van 4 augustus 2014 heeft verweerder meegedeeld dat het verzoek om toepassing van de mantelzorgvrijstelling wordt afgewezen.
9. Met dagtekening 26 augustus 2014 heeft verweerder aanslagen erfbelasting opgelegd aan eiseres en de zoon. Het zuiver saldo nalatenschap wordt vastgesteld op € 350.467. Voor eiseres bedraagt de belaste verkrijging € 59.391 (50% van € 350.467 = € 175.233 minus € 19.535 vrijstelling en minus € 96.307 voorwaardelijke vrijstelling BOR).
Het bedrag van de aanslag is € 5.939 (exclusief € 21 aan belastingrente).
10. In het tegen de aanslag gerichte bezwaarschrift is onder meer aangegeven dat de WOZ-waarde 2014 van de woning na bezwaar door de gemeente is verlaagd van € 293.000 naar € 266.000. Voorts maakt eiseres bezwaar tegen de afwijzing van de toepassing van de mantelzorgvrijstelling.
11. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 december 2014 op het bezwaarschrift beslist. Voor eiseres blijft de belaste verkrijging, met een beroep op interne compensatie, ongewijzigd.
In de uitspraak op bezwaar staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Uitspraak op bezwaarschrift
Voor [broer eiseres]
U heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslage erfbelasting, gedagtekend 26 augustus 2014, aanslagnummers [aanslagnummer]. De inspecteur heeft besloten gedeeltelijk aan uw bezwaar tegemoet te komen. De aanslag wordt hierbij deels verminderd. De nieuwe berekening zal ik als bijlage bij deze uitspraak voegen.
Voor [eiseres]
U heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslage erfbelasting, gedagtekend 26 augustus 2014, aanslagnummers [aanslagnummer]. De inspecteur heeft besloten gedeeltelijk niet uw bezwaar tegemoet te komen. De aanslag zal niet worden verminderd. Een berekening zal ik als bijlage bij deze uitspraak voegen.