Rechtbank Den Haag, 29-01-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1198, 14_8205 IBPVV
Rechtbank Den Haag, 29-01-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1198, 14_8205 IBPVV
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 januari 2015
- Datum publicatie
- 18 september 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:1198
- Zaaknummer
- 14_8205 IBPVV
Inhoudsindicatie
Voor de rechtbank is in geschil of eiseres recht heeft op een proceskostenvergoeding. Naar het oordeel van de rechtbank dient die vraag ontkennend te worden beantwoord. Voor een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase is geen aanleiding omdat eiseres pas om een vergoeding heeft verzocht nadat uitspraak op bezwaar was gedaan. Voor een proceskostenvergoeding in de beroepsfase bestaat evenmin aanleiding aangezien de noodzaak voor het instellen van beroep uitsluitend voortvloeit uit de handelswijze van eiseres. Beroep zou immers niet nodig zijn geweest indien eiseres de verzochte informatie reeds in de bezwaarfase had overgelegd. Het is aan eiseres te wijten dat zij van deze mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 14/8205
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 januari 2015 in de zaak tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres(gemachtigde: R.W. Pinas),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 15 juli 2014 op het bezwaar van eiseres tegen de voor het jaar 2011 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.442.