Rechtbank Den Haag, 27-01-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1704, SGR 14-2484
Rechtbank Den Haag, 27-01-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1704, SGR 14-2484
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 27 januari 2015
- Datum publicatie
- 10 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:1704
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:65, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- SGR 14-2484
- Relevante informatie
- Wet op de vennootschapsbelasting 1969 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 8, Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 3.40 t/m 3.46, Wet op de vennootschapsbelasting 1969 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 15
Inhoudsindicatie
Eiseres en haar enige aandeelhouder BV A behoorden tot 30 september 2009 tot een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op 25 november 2008 gaf BV A aan een niet met haar gelieerde leverancier opdracht tot het leveren en installeren van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK). Dit is een bedrijfsmiddel waarvoor energie-investeringsaftrek wordt verleend. De WKK werd in Oostenrijk gefabriceerd, in juni 2009 afgeleverd op de plaats van bestemming en in september 2009 afgebouwd en opgeleverd. Op 30 september 2009 is eiseres ontvoegd uit de fiscale eenheid en onmiddellijk daarna heeft A BV de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst tot levering van de WKK overgedragen aan eiseres. Voor het jaar 2009 heeft eiseres ter zake van de WKK een energie-investeringsaftrek geclaimd van € 468.776. Verweerder heeft de aftrek echter geweigerd. In geschil is of dit terecht is.
De rechtbank oordeelt dat eiseres en A BV verbonden lichamen zijn, zodat slechts recht op aftrek bestaat als is voldaan aan onderdeel 5.4.2.2.2 van het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 15 september 2009, nr. CPP2009/1116M. De rechtbank overweegt dat een bedrijfsmiddel in bestelling of in aanbouw van meet af aan een bedrijfsmiddel is en niet pas bij ingebruikneming een bedrijfsmiddel wordt. De WKK was dus al vóór de verkoop aan eiseres een bedrijfsmiddel van A BV en is met het enkele besluit tot verkoop aan eiseres ook niet gaan behoren tot een voorraad handelsgoederen. Daarmee is aan de voorwaarden van eerder genoemd besluit niet voldaan. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 14/2484
(gemachtigde: [gemachtigde]),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2009 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd en daarbij het verlies over dat jaar bij beschikking (verliesbeschikking) vastgesteld op € 196.465.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 december 2014.
Namens eiseres zijn [gemachtigde] en [naam] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [namen]
Overwegingen
Feiten
1. [BV] is enig aandeelhouder van eiseres. [BV] en eiseres behoorden tot 30 september 2009 tot een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb).
2. Op 25 november 2008 heeft [BV] aan [Y] de opdracht gegeven tot het leveren en installeren van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK). De investering in een WKK is een energie-investering als bedoeld in artikel 3.42, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB). De contractprijs bedroeg € 1.114.000. De eerste en tweede termijn van elk € 198.849 zijn betaald op 23 december 2008 en 20 april 2009. De WKK is in Oostenrijk gefabriceerd en is op 19 juni 2009 afgeleverd op de plaats van bestemming. Op 19 augustus 2009 heeft de eindschoonmaak van de WKK plaatsgevonden. Op 9 september 2009 heeft[A] een “Erstinbetriebnahmedatenblatt” opgemaakt en op 10 september 2009, ter gelegenheid van de “Inbetriebnahme”, een “Service Report”. De derde en de vierde termijn van de aankoopprijs van elk € 397.698 zijn betaald op 13 januari 2010 en 12 februari 2010.
3. Op 30 september 2009 is eiseres ontvoegd uit de fiscale eenheid en onmiddellijk daarna heeft [BV] de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst tot levering van de WKK overgedragen aan eiseres. Op 10 december 2009 heeft eiseres de investering in de WKK aangemeld bij Senter Novem.
4. Voor het jaar 2009 heeft eiseres een belastbaar bedrag aangegeven van € 691.988 negatief. Daarbij heeft eiseres ter zake van de WKK een energie-investeringsaftrek (EIA) van € 468.776 in aanmerking genomen. Bij het vaststellen van de aanslag heeft verweerder de EIA en een bedrag aan rente van schulden van € 26.747 niet in aftrek toegelaten en het verlies vastgesteld op € 196.465 (-/- € 691.988 + € 468.776 + € 26.747). Na daartegen door eiseres gemaakt bezwaar heeft verweerder de verliesbeschikking gehandhaafd.