Rechtbank Den Haag, 25-02-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1972, 14_9391 IBPVV
Rechtbank Den Haag, 25-02-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1972, 14_9391 IBPVV
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 25 februari 2015
- Datum publicatie
- 13 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:1972
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2015:2599, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 14_9391 IBPVV
Inhoudsindicatie
Eiser was in 2009 in loondienst bij X BV en had een aanmerkelijk belang in deze vennootschap. Op het aan eiser uitbetaalde loon is geen loonheffing afgedragen. De loonheffing is nageheven. Bij het vaststellen van het belastbaar inkomen van eiser voor het jaar 2009 heeft verweerder de nageheven loonheffing niet (geheel) in aanmerking genomen. Naar het oordeel van de rechtbank had de loonheffing, nu deze is nageheven, bij het opleggen van de aanslag IB PVV voor het jaar 2009 wel in aanmerking genomen moeten worden. Verweerder heeft bij die stand van het geding een beroep gedaan op interne compensatie. De rechtbank honoreert dit beroep voor zover dat niet leidt tot verhoging van de aanslag. Verweerder heeft zich namelijk terecht op het standpunt gesteld dat bij het vaststellen van de aanslag gebruikelijk loon in aanmerking dient te worden genomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 14/9391
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2015 in de zaak tussen
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 2 september 2014 op het bezwaar van eiser tegen de voor het jaar 2009 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.712 en een te betalen bedrag van € 5.249 (de aanslag).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 februari 2015.
Eiser is daar in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon A] en [persoon B]..