Rechtbank Den Haag, 06-03-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:2844, 14_8853 MRB en 14_8894 MRB
Rechtbank Den Haag, 06-03-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:2844, 14_8853 MRB en 14_8894 MRB
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 maart 2015
- Datum publicatie
- 10 augustus 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:2844
- Zaaknummer
- 14_8853 MRB en 14_8894 MRB
- Relevante informatie
- Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 1, Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 6, Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 7
Inhoudsindicatie
Eiser is vanaf 26 februari 2014 houder van een auto in de zin van de motorrijtuigenbelasting. Vaststaat dat eiser de motorrijtuigenbelasting voor de tijdvakken 26 februari 2014 tot en met 1 april 2014 en 2 april 2014 tot en met 1 juli 2014 niet heeft betaald. Naar het oordeel van de rechtbank is de niet betaalde belasting terecht nageheven. Dat eiser in de onjuiste veronderstelling verkeerde dat de tenaamstelling van de auto was geschorst is een omstandigheid die voor rekening en risico van eiser dient te blijven.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 14/8853 en SGR 14/8894
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2015 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [plaats] , eiser
en
[P] , verweerder.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van verweerder van 19 september 2014 en 22 september 2014 op de bezwaren van eiser tegen de aan hem opgelegde naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting (de naheffingsaanslagen) voor de tijdvakken 26 februari 2014 tot en met 1 april 2014 en 2 april 2014 tot en met 1 juli 2014.