Home

Rechtbank Den Haag, 04-06-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:6652, 15_613 IBPVV

Rechtbank Den Haag, 04-06-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:6652, 15_613 IBPVV

Inhoudsindicatie

Eiser heeft in 2012 een Wajong-uitkering genoten en heeft aangifte IB/pvv gedaan via het vooraf ingevulde aangifteformulier van zijn echtgenote. Daarin is de Wajong-uitkering niet opgenomen en is om uitbetaling van de algemene heffingskorting verzocht. De voorlopige aanslag is conform aangifte opgelegd en er is een teruggaaf verleend. Bij het opleggen van de definitieve aanslag is de Wajong-uitkering wel in aanmerking genomen. Eiser stelt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd, omdat verweerder op de hoogte was van zijn inkomen. De rechtbank oordeelt dat de aanslag naar het juiste bedrag is opgelegd. Eisers beroep op het vertrouwensbeginsel faalt: noch aan de vooraf ingevulde aangifte noch aan de voorlopige aanslag heeft eiser het vertrouwen kunnen ontlenen dat het belastbaar inkomen dienovereenkomstig zou worden vastgesteld. Het is eisers verantwoordelijkheid om de vooraf ingevulde aangifte op juistheid te controleren. Ter zake van het uitbetalen van de algemene heffingskorting is geen sprake geweest van een bewuste standpuntbepaling. Het beroep is ongegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 15/613

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juni 2015 in de zaak tussen

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 7 januari 2015 op het bezwaar van eiser tegen de voor het jaar 2012 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.096.

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel