Rechtbank Den Haag, 07-04-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:4119, AWB - 16 _ 430
Rechtbank Den Haag, 07-04-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:4119, AWB - 16 _ 430
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 7 april 2016
- Datum publicatie
- 6 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2016:4119
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:3284, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 16 _ 430
Inhoudsindicatie
In geschil is of met betrekking tot de door eiser verrichte (. . .)activiteiten sprake is van een bron van inkomen. Het geschil spitst zich toe op de vraag of uit de activiteiten redelijkerwijs een voordeel was te verwachten. Aangezien eiser sinds de start van de activiteiten daarmee in geen enkel jaar een positief resultaat heeft behaald, zo ook niet in het onderhavige jaar, brengt een redelijke verdeling van de bewijslast mee dat eiser de feiten en omstandigheden aannemelijk dient te maken die de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.
Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat in de toekomst uit de activiteiten een positieve opbrengst is te verwachten. In het onderhavige jaar is er geen sprake van een objectieve voordeelsverwachting. De activiteiten vormen derhalve geen bron van inkomen en het negatieve resultaat daaruit kan mitsdien niet in aanmerking worden genomen. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 16/430
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser,
en