Rechtbank Den Haag, 30-05-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:9066, AWB - 15 _ 6058
Rechtbank Den Haag, 30-05-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:9066, AWB - 15 _ 6058
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 30 mei 2016
- Datum publicatie
- 13 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2016:9066
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 6058
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Aftrek voorbelasting. Schijnhandelingen. Misbruik van recht.
Eiseres heeft op een eigen perceel grond voor ongeveer € 16.000.000 een school laten bouwen en dit gebouw voor € 4.000.000 verkocht aan een beheerstichting, die de school verhuurt aan drie onderwijsinstellingen. In geschil is of eiseres de omzetbelasting ter zake van de bouw in aftrek kan brengen.
De rechtbank oordeelt dat voor de bouw en de verkoop van de school privaatrechtelijke overeenkomsten zijn gesloten en eisereis daarom niet specifiek heeft gehandeld als overheid. Dat eiseres bestuurlijke invloed heeft op de stichting en zij de OZB en bepaalde verzekeringen voor haar rekening neemt, betekent niet dat de feitelijke beschikkingsmacht over de school niet aan de stichting is overgedragen. Verder oordeelt de rechtbank dat het verband tussen de levering en de daarvoor bedongen prijs van € 4.000.000 voldoende vast staat en daaraan niet afdoet dat deze prijs lager is dan de kostprijs. Daarmee is ook geen sprake is van schijnhandelingen of misbruik van recht. Eiseres heeft dus recht op aftrek van voorbelasting.
De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade en integrale vergoeding van proceskosten af omdat de redelijke termijn niet is overschreden en niet kan worden gezegd dat verweerder standpunten huldigde waarvan ten tijde van de uitspraak op bezwaar al vaststond dat die in rechte geen stand konden houden.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/6058
(gemachtigde: mr. drs. R. Brouwer),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [vestigingsplaats], verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009 opgelegd (de naheffingsaanslag) en bij daartoe strekkende beschikkingen een boete opgelegd van € 21.582 en € 298.234 heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 juli 2015 de naheffingsaanslag en de beschikkingen gehandhaafd
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 april 2016.
Namens eiseres is de gemachtigde verschenen, bijgestaan door [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [persoon 4] , [persoon 5] , [persoon 6] en [persoon 7] .
Ter zitting heeft tevens de mondelinge behandeling plaatsgevonden van het beroep van eiseres met het zaaknummer SGR 15/5982. Al hetgeen in die zaak is aangevoerd en overgelegd wordt ook geacht te zijn aangevoerd en overgelegd in deze zaak.
Overwegingen
1. Voor de realisatie van een Lokaal Onderwijscentrum (LOC) heeft eiseres op een eigen perceel grond een schoolgebouw laten bouwen (het LOC-gebouw). De stichtingskosten van het LOC-gebouw bedroegen ongeveer € 16.000.000, exclusief omzetbelasting. Tijdens de bouw heeft eiseres het LOC‑gebouw met de ondergrond in gedeelten voor in totaal € 4.000.000, exclusief omzetbelasting, verkocht aan de [stichting] (de Stichting). De Stichting heeft daarvoor een hypothecaire lening opgenomen bij de ABN AMRO Bank . De Stichting heeft het LOC‑gebouw verhuurd aan twee scholen voor voortgezet onderwijs (VO-scholen) en aan het regionale opleidingscentrum (ROC) die daarin zijn gehuisvest.
2. Eiseres heeft de omzetbelasting die haar ter zake van de bouw van het LOC‑gebouw in rekening is gebracht deels als voorbelasting in de onderhavige jaren in aftrek gebracht. Verweerder heeft deze aftrek met de naheffingsaanslag gecorrigeerd.
Geschil
3.In geschil is of eiseres de omzetbelasting die haar ter zake van de bouw van het LOC-gebouw in rekening is gebracht, als voorbelasting in aftrek kan brengen. Indien moet worden geoordeeld dat eiseres geen recht heeft op aftrek van voorbelasting, is in geschil of de naheffingsaanslag moet worden verminderd met de belasting die aan eiseres in rekening is gebracht ter zake van leerlingenvervoer.