Rechtbank Den Haag, 01-09-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10336, AWB - 17 _ 3098
Rechtbank Den Haag, 01-09-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10336, AWB - 17 _ 3098
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 1 september 2017
- Datum publicatie
- 13 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2017:10336
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2018:1188, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 3098
Inhoudsindicatie
Eiser werd in 2013 deelnemer bij een multi-levelmarketingbedrijf. In 2013 heeft eiser daaruit € 26.044 ontvangen. In geschil is of eisers activiteiten voor het bedrijf een bron van inkomen vormen.
De rechtbank overweegt dat eiser met zijn betrokkenheid bij het bedrijf in 2013 en de daaropvolgende jaren aanzienlijke bedragen aan inkomsten heeft gegenereerd. Het genereren van deze inkomsten was niet afhankelijk van onvoorspelbare factoren die door eiser niet te beïnvloeden waren. Voorts heeft eiser nauwelijks kosten gemaakt. De rechtbank concludeert dat het voordeel redelijkerwijs was te verwachten en dat er daarom sprake is van een bron van inkomen. Met betrekking tot de vraag of eiser arbeid heeft verricht overweegt de rechtbank dat eiser enkele andere verkopers heeft aangeworven en heeft hij inspiratietrainingen gevolgd zodat verweerder de inkomsten terecht als resultaat uit overige werkzaamheden heeft aangemerkt. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 17/3098
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2017 in de zaak tussen
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser(gemachtigde: mr. S. Gena),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 5 april 2017 op het bezwaar van eiser tegen de voor het jaar 2013 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.