Rechtbank Den Haag, 12-10-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:11625, 09-993028-15
Rechtbank Den Haag, 12-10-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:11625, 09-993028-15
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 12 oktober 2017
- Datum publicatie
- 12 oktober 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2017:11625
- Zaaknummer
- 09-993028-15
Inhoudsindicatie
De rechtbank in Den Haag heeft vandaag een echtpaar veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van 3,5 jaar voor omkoping van een ambtenaar, valsheid in geschrift, witwassen en mensensmokkel. Ook mogen zij gedurende vijf jaar geen beroep in de zorg uitoefenen. Het echtpaar runde een zorgbureau dat een vehikel was om zoveel mogelijk te kunnen frauderen met zorggelden. Daarnaast heeft het zorgbureau valse documenten afgegeven om Turkse onderdanen aan een verblijfsvergunning te helpen.
De omgekochte ambtenaar krijgt voor haar rol een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. De eigenaar van de stichting en voetbalclub krijgt voor zijn aandeel een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk.
Uitspraak
Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/993028-15
Datum uitspraak: 12 oktober 2017
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
BRP-adres: [straatnaam] [Nummer] te ( [postcode] ) [woonplaats] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 1 juni 2017 (regie), 27 september 2017 (inhoudelijk) en 28 september 2017 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. E. Vermaseren en L.L.H. Roebroek en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. C.P. Timmers, advocaat te Middelharnis, en door de verdachte naar voren is gebracht.
De officieren van justitie hebben ter terechtzitting van 28 september 2017 medegedeeld dat zij voornemens zijn een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is - kort samengevat - ten laste gelegd dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan [stichting] en/of [vereniging] , welke vennootschappen facturen hebben vervalst met het doel om deze als echte en onvervalst te (laten) gebruiken.
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
3. Bewijsoverwegingen 1
Inleiding
Het [onderzoek] is gericht op meerdere personen en gestart naar aanleiding van drie aangiftes, gedaan door de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het zorgkantoor DSW. De IND deed aangifte van mogelijke migratiefraude2, het CIZ van omkoping3 en zorgkantoor DSW van mogelijke PGB-fraude.4 Deze drie aangiftes zijn gericht tegen [bedrijf 1] .
[bedrijf 1] is op 27 april 2010 door medeverdachten [Naam 1] en [Naam 2] opgericht als vennootschap onder firma. Deze onderneming heeft tot 31 december 2014 als thuiszorgbureau gefunctioneerd. Per 18 maart 2013 is de v.o.f. opgeheven maar inmiddels was op 22 februari 2011 de besloten vennootschap [bedrijf 2] opgericht met medeverdachte [Naam 2] als bestuurder en enig aandeelhouder. Beide vennootschappen staan bij de Kamer van Koophandel (KvK) als thuiszorgbureau geregistreerd. Uit de stukken blijkt, dat het thuiszorgbureau onder de paraplu van de beide vennootschappen (verder samen te noemen [bedrijf 1] ) zich in het bijzonder richt op cliënten die aanspraak maken op een Persoons Gebonden Budget (PGB).
Een PGB is een voorziening uit (ten tijde van de tenlastgelegde periode) de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Met een dergelijk PGB kunnen verzekerden die vanwege ziekte, handicap of ouderdom zorg nodig hebben deze zorg inkopen. Om een PGB te krijgen is een indicatie nodig. Deze indicatie moet worden aangevraagd bij het CIZ. Indien de indicatieaanvraag is goedgekeurd, dan geeft het CIZ een indicatiebesluit af waarin de zorgbehoefte wordt vermeld, te weten het aantal toegekende uren, de klasse en het type zorg. Ook wordt in het indicatiebesluit de termijn vermeld dat de benodigde zorg nodig zal zijn. De zorgaanvrager kan op basis van een dergelijk indicatiebesluit een PGB aanvragen bij een zorgkantoor. Een zorgkantoor (in dit geval zorgkantoor DSW) gaat vervolgens over tot uitbetaling van het toegekende PGB, op een al dan niet speciaal daarvoor bestemde bankrekening op naam van de zorgaanvrager. De zorgaanvrager, inmiddels budgethouder, sluit een zorg overeenkomst af met personen of bedrijven die vervolgens zorg leveren en die door de zorgaanvrager worden betaald uit het PGB.
De [stichting] is op 19 april 2000 opgericht. [verdachte] is vanaf de oprichting tot 22 november 2011 als voorzitter zelfstandig bevoegd geweest. Met ingang van 12 september 2012 is hij opnieuw voorzitter van de stichting geworden.5 De activiteiten van de stichting zijn bij de Kamer van Koophandel omschreven als belangenbehartiging voor specifieke groepen. De [vereniging] is een voetbalvereniging, welke op18 april 2002 is opgericht. Verdachte is van deze vereniging voorzitter geweest van af de oprichting tot 1 januari 2007 en opnieuw met ingang van 1 januari 20096.
In de administratie van [bedrijf 2] zijn facturen opgenomen van de [stichting] voor verrichte werkzaamheden en van [vereniging] in verband met sponsoring door [bedrijf 2] . Op deze facturen staat vermeld dat deze contant zijn betaald. Aldus wordt in het grootboek van [bedrijf 2] een bedrag van € 1.271.305 aan contante betalingen verantwoord, te weten € 1.181.305,-- aan de [stichting] en een bedrag van € 90.000,-- aan de [vereniging] .7
De vraag die in deze zaak door de rechtbank moet worden beantwoord, is of sprake is van valse facturen en – in het bevestigende geval – of verdachte als feitelijk leidinggevende van de [stichting] en [vereniging] daarvoor verantwoordelijk was.
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld, dat de facturen van de [stichting] en de [vereniging] vals zijn omdat door of vanwege de stichting geen werkzaamheden zijn verricht en de facturen ook nooit (contant) zijn betaald. Het opstellen van deze valse facturen kan aan de rechtspersonen worden toegerekend en dat het verdachte is aan die strafbare feiten feitelijk leiding heeft gegeven.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat van een feitelijk door de verdachte bevorderd handelen, gericht op fraude met gelden in het kader van de AWBZ, al dan niet in voorwaardelijke zin, niet is gebleken.
De beoordeling van de tenlastelegging
In de tenlastelegging zijn zeven facturen van [stichting] opgenomen.8 Al deze facturen bevatten een post ‘activiteiten [bedrijf 2] in groepsverband’. Verdachte heeft verklaard, dat hij degene was die de facturen van de [stichting] maakte en dat er niemand anders was die dergelijke facturen opstelde.9 Ter terechtzitting heeft verdachte bevestigd dat de handtekening bij de stempel ‘contant betaald’ op de zeven facturen van hem waren. Bij een van de facturen twijfelde hij daar aan.10 Verdachte heeft ook verklaard, dat hij de facturen maakte aan de hand van Excel lijsten die door medeverdachte [Naam 2] van [bedrijf 2] aan hem werden verstrekt en dat hij daar verder nooit vragen bij heeft gesteld.11 Verdachte heeft ook verklaard niet te weten wat de activiteiten in groepsverband van [bedrijf 2] inhielden. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard, dat er feitelijk niet meer gebeurde dan dat er ruimte ter beschikking was gesteld aan [bedrijf 2] .
In de debiteurenadministratie van [bedrijf 2] is een aantal cliënten gevonden aan wie groepsactiviteiten zijn doorbelast en ook in de richting van de zorgkantoren zijn dergelijke activiteiten verantwoord middels een ‘verantwoordingsformulier PGB’.12 Door zorgverzekeraar DSW zijn 21 dossiers van budgethouders overgelegd, waaruit bleek dat door [bedrijf 2] voor vier budgethouders verantwoordingsformulieren zijn ingediend. Zorgverzekeraar Achmea leverde 51 dossiers uit en daaruit bleek dat [bedrijf 2] voor negen budgethouders groepsbegeleiding had verantwoord.13 Onderzoek bij deze budgethouders heeft echter geen enkele bevestiging opgeleverd van door [bedrijf 2] verzorgde groepsbegeleiding. Verschillende getuigen, [getuige 1]14, [getuige2]15, [getuige3]16 en [getuige4]17 hebben verklaard dat zij dan wel hun echtgenoot of ouder nooit zorg in de vorm van groepsbegeleiding hebben ontvangen. De naam [naam stichting] kennen ze niet.
Ook werknemers van [bedrijf 2] weten niets van zorg in de vorm van groepsbegeleiding. Getuige (en medeverdachte) [Naam 4] heeft verklaard dat geen zorgverlening in groepsverband werd geboden.18 [getuige 5 ] , een medewerkster bij [bedrijf 2] die adviseerde over de meest passende vorm van de te bieden zorg, heeft verklaard de [stichting] en [verdachte] niet te kennen.19 Ook [getuige 6 ] heeft verklaard dat er geen groepsbegeleiding werd georganiseerd vanuit [bedrijf 2] .20 [getuige 8] heeft verklaard er wel van te hebben gehoord maar er niet bij betrokken te zijn geweest.
Tijdens een doorzoeking in de woning van de moeder van verdachte zijn administratieve bescheiden in beslag genomen, waaronder notulen van een werkoverleg op 22 november 2012, waarin staat vermeld dat [bedrijf 2] alleen persoonlijke en huishoudelijke verzorging levert en dat verpleging weinig voorkomt.21 Groepsbegeleiding wordt niet genoemd en ook in andere notulen van werkoverleg over de jaren 2012 en 2013 wordt niet over groepsbegeleiding gesproken.22
De door verdachte genoemde Excel lijsten zijn niet aangetroffen in de administratie van [bedrijf 2] . De facturen van [naam stichting] aan [bedrijf 2] zijn niet teruggevonden in de administratie van [naam stichting] . Verdachte heeft verklaard, dat er door de [stichting] sinds 2005 geen administratie werd gevoerd23. Van contante ontvangsten is dan ook niet gebleken.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de slotsom dat de facturen vals zijn. Door de [stichting] zijn geen activiteiten in groepsverband verzorgd en van contante betaling is evenmin gebleken. Het opstellen van de facturen is een gedraging die aan de [stichting] kan worden toegerekend. Verdachte is gedurende de gehele periode waarin de facturen zijn opgemaakt bestuurder van de stichting geweest. Ook in de periode waarin verdachte dat niet was heeft hij een factuur (de onder d tenlastgelegde factuur) gestempeld en van een handtekening voorzien.24
Verdachte moet dan ook als feitelijk leiding gevende van gedraging worden aangemerkt.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
[stichting] en/of [vereniging],
op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 maart
2010 tot en met 31 december 2014, te in Schiedam en/of Rotterdam en/of
Vlaardingen , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) (rechts)personen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk een of meer geschrift(en) valselijk heeft/hebben doen
opmaken/opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of heeft/hebben doen
vervalsen, te weten (een):
a)factuur d.d. 30 juni 2010 van [stichting] aan [bedrijf 2] Zorg (D-032-02) en/of
b)factuur d.d. 28 februari 2011 van [stichting] aan [bedrijf 2] BV (D-032-05)
en/of
c)factuur d.d. 31 maart 2011 van [stichting] aan [bedrijf 2] Zorg (D-032-07)
en/of
d)factuur d.d. 30 januari 2012 van [stichting] aan [bedrijf 2] BV (D-032-20)
en/of
e)factuur d.d. 30 april 2012 van [stichting] aan [bedrijf 2] BV (D-032-24) en/of
f)factuur d.d. 27 februari 2013 van [stichting] aan [bedrijf 2] BV (D-032-37)
en/of
g)factuur d.d. 30 januari 2014 van [stichting] aan [bedrijf 2] BV (D-032-49),
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs
van enig feit te dienen
en bestaande de valsheid of vervalsing hierin dat (telkens) in strijd met de
werkelijkheid op de voorgenoemde factu(u)r(en) is aangegeven
dat [stichting] en/of vereniging [vereniging] werkzaamheden te weten
activiteiten in groepsverband heeft verricht voor [bedrijf 2] en/of [bedrijf 2]
,
en/of
dat hiervoor contante betaling(en) is/zijn ontvangen door [stichting]
en/of vereniging [vereniging],
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
aan welk(e) bovenomschreven feit(en) hij, verdachte, opdracht heeft gegeven
en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijke leiding
heeft gegeven.
4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.