Home

Rechtbank Den Haag, 03-03-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:2022, AWB - 16 _ 8555, AWB - 16 _ 8556, AWB - 16 _ 8557

Rechtbank Den Haag, 03-03-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:2022, AWB - 16 _ 8555, AWB - 16 _ 8556, AWB - 16 _ 8557

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
3 maart 2017
Datum publicatie
10 april 2017
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2017:2022
Zaaknummer
AWB - 16 _ 8555, AWB - 16 _ 8556, AWB - 16 _ 8557

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting, navordering, nieuw feit.

De aanslagen ib/pvv over de jaren 2010 tot en met 2012 zijn conform de door eiseres ingediende aangiften opgelegd. Naar aanleiding van de aangifte over 2013 heeft verweerder vragen gesteld over banktegoeden die in de aangiften 2010-2012 niet waren aangegeven.

Eiseres heeft verklaard dat drie bankrekeningen abusievelijk niet door haar zijn aangegeven als gevolg van persoonlijke omstandigheden, gezondheidsproblemen en administratieve nalatigheden aan de kant van de betreffende banken.

Verweerder heeft vervolgens navorderingsaanslagen ib/pvv over de jaren 2010-2012 opgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank was verweerder hiertoe gerechtigd omdat sprake is van een nieuw feit. De banken hebben onjuiste dan wel geen informatie aan verweerder verstrekt over de door eiseres aangehouden bankrekeningen. Pas na het vaststellen van de aanslagen is verweerder hiervan op de hoogte geraakt. Verweerder heeft met deze informatie bij het opleggen van de aanslagen dan ook geen rekening kunnen houden.

Deze feiten hadden verweerder ook redelijkerwijs niet eerder bekend kunnen zijn nu er geen bijzondere omstandigheden waren die verweerder aanleiding hadden moeten geven om te twijfelen aan de juistheid van de gegevens in de aangiften en een nader onderzoek in te stellen.

Hetgeen eiseres daartegen heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden. Beroep is ongegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummers: SGR 16/8555, SGR 16/8556 en SGR 16/8557

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 maart 2017 in de zaken tussen

[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [kantoorplaats], verweerder.

De bestreden uitspraken op bezwaar

De uitspraken van verweerder van 27 september 2016 en 28 september 2016 op de bezwaren van eiseres tegen de voor de jaren 2010, 2011 en 2012 opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv), beschikkingen heffingsrente (2010 en 2011) en beschikking belastingrente (2012).

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel