Rechtbank Den Haag, 10-03-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:2754, AWB - 16 _ 6554
Rechtbank Den Haag, 10-03-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:2754, AWB - 16 _ 6554
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 10 maart 2017
- Datum publicatie
- 12 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2017:2754
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2017:2415, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 16 _ 6554
Inhoudsindicatie
Verklaring arbeidsrelatie, wijziging VAR-wuo in VAR-loon
Eiser heeft voor het jaar 2015 een VAR aangevraagd voor de werkzaamheden die hij als machinist uitvoert bij verschillende opdrachtgevers. Door verweerder is geautomatiseerd een VAR-wuo afgegeven.
Naar aanleiding van een ingesteld onderzoek is de VAR-wuo door verweerder herzien in een VAR-loon. Eiser heeft in beginsel geen processueel belang, omdat de VAR betrekking heeft op een periode die al is verstreken.
Maar omdat eiser stelt dat hij schade heeft geleden door de herziene VAR beschikking, is het beroep toch ontvankelijk. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat zijn werkzaamheden
kwalificeren als ondernemerschap, zodat de arbeidsverhouding met de opdrachtgevers (al dan niet op basis van een uitzendovereenkomst) kwalificeert als dienstbetrekking. Eiser staat feitelijk onder gezagsverhouding
van de opdrachtgevers, zodat niet aan de vereiste zelfstandigheid wordt voldaan. Ook aan de overige vereisten voor het aanmerken van de arbeidsverhouding als dienstbetrekking is voldaan. Beroep ongegrond
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 16/6554
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: mr. drs. C. Cicek),
en