Rechtbank Den Haag, 04-05-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:5047, 17_185 17_186 en 17_187 IBPVV
Rechtbank Den Haag, 04-05-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:5047, 17_185 17_186 en 17_187 IBPVV
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 4 mei 2017
- Datum publicatie
- 5 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2017:5047
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2017:4131, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 17_185 17_186 en 17_187 IBPVV
Inhoudsindicatie
Eiser heeft in zijn aangiften IB/PVV over de jaren 2011, 2012 en 2013 verliezen uit onderneming in aanmerking genomen. Verweerder heeft aanslagen opgelegd conform deze aangiften. Nadat de aanslagen tot stand zijn gekomen constateert verweerder dat de in aanmerking genomen verliezen deels zien op beleggingen en legt navorderingsaanslagen op. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een nieuw feit in de zin van artikel 16, eerste lid, van de Awr. Verweerder heeft zijn onderzoekplicht niet geschonden nu hij in redelijkheid niet behoefde te twijfelen aan de juistheid van de door eiser ingediende aangiften. Het beroep dat eiser doet op het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel slaagt niet. Aan het feit dat aanslagen zijn opgelegd conform ingediende aangiften kan geen in rechte te beschermen vertrouwen worden ontleend. Voorts is gesteld noch gebleken dat door verweerder ten aanzien van de beleggingen een standpunt is ingenomen waarop eiser zich in rechte kan beroepen. De navorderingsaanslagen zij terecht opgelegd. Beroepen ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 17/185, SGR 17/186 en SGR 17/187
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2017 in de zaken tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [kantoorplaats], verweerder.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van verweerder van 8 december 2016 op de bezwaren van eiser tegen de aan hem voor de jaren 2011, 2012 en 2013 opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de daarbij opgelegde beschikkingen heffingsrente (2011) dan wel belastingrente (2012 en 2013).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2017.
Eiser is verschenen. Namens verweerder zijn verschenen mr. G.H. Diesvelt en [persoon] .