Home

Rechtbank Den Haag, 03-08-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:9284, SGR - 16 _ 9794

Rechtbank Den Haag, 03-08-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:9284, SGR - 16 _ 9794

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
3 augustus 2017
Datum publicatie
27 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2017:9284
Formele relaties
Zaaknummer
SGR - 16 _ 9794

Inhoudsindicatie

Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van schending van de hoorplicht. Eiser heeft niet de vereiste aangifte gedaan, zodat de bewijslast is omgekeerd en verzwaard.

Verweerder heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat eiser loon uit de BV heeft genoten, zodat verweerder bij het opleggen van de aanslag geen redelijke schatting heeft

gemaakt. Met betrekking tot de impliciete verliesvaststellingsbeschikking heeft het hof voor het jaar 2010 geoordeeld dat eiser met de onroerende zaak winst uitonderneming noch resultaat uit overige werkzaamheden heeft behaald. De rechtbank ziet geen aanleiding om voor het jaar 2011 anders te oordelen. De verzuimboete is terecht opgelegd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 16/9794

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 augustus 2017 in de zaak tussen

[eiser], wonende te [plaats], eiser,

(gemachtigde: [gemachtigde])

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor [plaats], verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel