Rechtbank Den Haag, 23-10-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14806, AWB - 18 _ 32
Rechtbank Den Haag, 23-10-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14806, AWB - 18 _ 32
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 oktober 2018
- Datum publicatie
- 1 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2018:14806
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2019:717, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 18 _ 32
Inhoudsindicatie
In geschil is of verweerder over de teruggaaf rente had moeten vergoeden en of verweerder terecht de kostenvergoeding voor bezwaar heeft beperkt tot € 246. De wetgever heeft de verplichting tot vergoeding van rente wegens met het Unierecht strijdige belastingheffing kunnen en mogen neerleggen bij de ontvanger, zodat de rechtbank eiseres niet volgt in haar stelling dat verweerder die rente dient te vergoeden. Nu de teruggaaf niet het gevolg is van een aan verweerder te wijten onrechtmatigheid, had verweerder geen kostenvergoeding hoeven toekennen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding tot een hogere vergoeding dan verweerder reeds bij uitspraak op bezwaar heeft toegekend.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 18/32
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres], gevestigd te [plaats], eiseres(gemachtigde: A.F.M.J. Verhoeven),
en