Rechtbank Den Haag, 17-04-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:4795, AWB - 17 _ 5823
Rechtbank Den Haag, 17-04-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:4795, AWB - 17 _ 5823
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 april 2018
- Datum publicatie
- 18 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2018:4795
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 5823
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting. Meegeven van verliezen.
Eiseres en haar dochtermaatschappij vormden een fiscale eenheid die wegens verkoop van de aandelen in de dochter per 1 januari 2015 werd verbroken. Bij de aangifte over 2014, die op 3 juni 2015 is ingediend, is verzocht om verliezen mee te geven aan de dochter. Bij beschikking van 13 oktober 2016 wordt dit verzoek gehonoreerd. Door allerlei latere ontwikkelingen wil eiseres dat de verliezen bij haar blijven. Zij eist vernietiging van de beschikking omdat het verzoek niet door haar en de dochter gezamenlijk zou zijn gedaan.
De rechtbank oordeelt dat een verzoek kan worden geacht door de moedermaatschappij en de dochtermaatschappij gezamenlijk te zijn gedaan als duidelijk is dat met de indiening van het verzoek de wil van beide maatschappijen kenbaar wordt gemaakt. De rechtbank oordeelt op feitelijke gronden dat dit het geval is. Dat er onder het verzoek maar één handtekening staat maakt dit niet anders. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 17/5823
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2018 in de zaak tussen
[B.V. X] , wonende te [woonplaats] , eiseres
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats] , verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 30 juni 2017 op het bezwaar van eiseres tegen de hierna te noemen beschikking.