Rechtbank Den Haag, 11-04-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:4815, C/09/536794 / HA ZA 17-797
Rechtbank Den Haag, 11-04-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:4815, C/09/536794 / HA ZA 17-797
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 11 april 2018
- Datum publicatie
- 26 april 2018
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2018:4815
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2019:2039
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:1721, Overig
- Zaaknummer
- C/09/536794 / HA ZA 17-797
Inhoudsindicatie
Vordering tot nietigverklaring testament wegens wilsonbekwaamheid. Afgewezen.
Uitspraak
vonnis
Team handel
Zaaknummer / rolnummer: C/09/536794 / HA ZA 17-797
Vonnis van 11 april 2018
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] , […] , [land] ,
eiser,
advocaat mr. A.B. Sluijs te Den Haag,
tegen
PARTIAR B.V.,
gevestigd te Sassenheim, gemeente Teylingen,
gedaagde,
advocaat mr. F. van Schaik te Berkel en Rodenrijs.
Partijen zullen hierna [eiser] en Partiar genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 juli 2017 met 7 producties;
- de conclusie van antwoord van 26 juli 2017 met 2 producties;
- het tussenvonnis van 6 september 2017 waarbij een comparitie van partijen voor de meervoudige kamer van deze rechtbank is bevolen;
- de brief van 12 januari 2018 van mr. Van Schaik met als bijlage het volledige testament van mevrouw [erflaatster] ;
- het proces-verbaal van de comparitie, gehouden op 29 januari 2018.
Het proces-verbaal van comparitie is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over het proces-verbaal voor zover het feitelijke onjuistheden betreft. [eiser] heeft daarvan gebruik gemaakt bij brief van 8 februari 2018. Deze brief maakt onderdeel uit van het procesdossier en de rechtbank wijst vonnis met inachtneming van de opmerkingen van [eiser] op het proces-verbaal.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
2 De feiten
Op [datum overlijden] 2017 is overleden mevrouw [erflaatster] (hierna: erflaatster), geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] en laatst gewoond hebbende aan de [adres] .
Op 1 mei 2012 is voor notaris [notaris 1] te [plaats] een testament verleden waarbij erflaatster eerdere uiterste wilsbeschikkingen heeft herroepen, [eiser] is benoemd tot enig erfgenaam en notaris [notaris 1] is benoemd tot executeur van de nalatenschap.
Bij beschikking van 24 april 2013 is erflaatster onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis en is mevrouw [de curator] benoemd tot curator (hierna: de curator).
Op 30 juli 2015 heeft de curator namens erflaatster bij de kantonrechter een verzoek ex artikel 4:55 lid 2 BW ingediend, waarbij de kantonrechter is verzocht om toestemming te verlenen tot het maken van een testament door erflaatster. Bij beschikking van 12 augustus 2015 heeft de kantonrechter in deze rechtbank onder meer het volgende overwogen:
“Bij het verzoekschrift is een schriftelijke “Beoordeling wilsbekwaamheid” gevoegd, waaruit blijkt, dat [X] , onafhankelijk medisch adviseur/arts curanda op 28 juli 2015 thuis heeft bezocht en dat zij curanda medisch gezien in staat acht haar eigen uitdrukkelijke wil voldoende duidelijk en consistent kenbaar te maken en wilsbekwaam acht.
Ook is een e-mail overgelegd van 15 juli 2015 van de huisarts van curanda, [Y] , aan de curator, waarin de huisarts bericht dat hij zich kan vinden in de stelling dat curanda niet handelingsbekwaam is, maar wel wilsbekwaam. Bij brief van 5 augustus 2015 aan de curator heeft de huisarts onder meer bevestigd dat hij vindt dat curanda wilsbekwaam is en dat hij zijn mening baseert op de jarenlange band die hij met haar heeft, waarbij hij haar regelmatig bezoekt en het verloop in de jaren goed in beeld heeft.
Ten slotte is in het verzoekschrift gesteld dat ook de notaris curanda wilsbekwaam acht en heeft curanda zelf in haar brief van 6 augustus 2015 aan de kantonrechter bericht dat toestemming haar de nodige rust zou brengen.
De kantonrechter heeft voorts kennis genomen van de inhoud van het concept testament en vastgesteld dat die inhoud overeenstemt met hetgeen curanda wenst volgens de door de curator verstrekte inlichtingen daaromtrent en hetgeen curanda daarover tijdens de mondelinge behandeling aan de kantonrechter heeft medegedeeld.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat voldoende is gebleken, dat de geestelijke stoornis van de curanda niet verhindert dat zij de gevolgen van het testament voldoende overziet en dat de wil van curanda in overeenstemming is met haar verklaring. De kantonrechter zal de gevraagde toestemming dan ook verlenen, met dien verstande dat daaraan de voorwaarden worden verbonden
1 dat het testament binnen een maand na het afgeven van deze beschikking wordt gepasseerd en
2 dat gepasseerd wordt in aanwezigheid van twee getuigen.”
Op 13 augustus 2015 is voor notaris [notaris 2] te [plaats] , gemeente [gemeente] een testament verleden (hierna: het testament) waarbij erflaatster eerdere uiterste wilsbeschikkingen heeft herroepen en onder meer het volgende heeft bepaald:
“ Legaat
Ik legateer, af te geven binnen negen maanden na mijn overlijden, vrij van rechten en kosten, aan mijn neef [eiser] (zoon van mijn overleden zus), geboren te [geboorteplaats 2] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum 2] , mijn aandeel in het woonhuis aan de [adres] , onder de last om de verkoop van voormeld woonhuis te laten verzorgen door mijn hierna te benoemen executeur-afwikkelingsbewindvoerder.
Erfstelling
Ik leg mijn hierna te benoemen executeur de last op een fonds op te richten, eventueel middels een daartoe op te richten stichting, welk fonds wordt ingesteld met als doel om gedurende een periode van vijfentwintig (25) jaar (meer)jaarlijks geld beschikbaar te stellen aan:
- Park Rusthoff te Sassenheim, voor het organiseren van een muziekconcert door bijvoorbeeld harmonievereniging Adest Musica en/of Crescendo danwel een andere plaatselijke muziekvereniging.
- Nationale Vereniging de Zonnebloem, ter besteding aan de ouderen in Sassenheim.
Dit fonds benoem ik vervolgens, onder bezwaar van voormeld legaat, tot enig erfgenaam van mijn nalatenschap.”
In de considerans van het testament heeft de notaris het volgende opgetekend:
“ Considerans:
- -
-
De comparante heeft aangegeven een uiterste wilsbeschikking te willen opmaken.
- -
-
De comparante is onder curatele gesteld. Aangezien de comparante vanwege een geestelijke stoornis onder curatele is gesteld dient de kantonrechter op grond van artikel 55 lid 2 van Boek 4 van het Burgerlijk wetboek toestemming te verlenen voor het maken van een uiterste wilsbeschikking door de curandus.
- -
-
Gezien de indicatoren is door mij, notaris, het “stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid” gevolgd op grond waarvan onder meer een onderzoek is aangevraagd bij en onafhankelijke arts.
- -
-
Het onderzoek is uitgevoerd door mevrouw [X] , verbonden als arts aan SCIO consult, van welk onderzoek een rapport is opgesteld welke in kopie aan deze akte zal worden gehecht . Uit het onderzoek blijkt dat de comparante wilsbekwaam wordt geacht. (…)”
Partiar is in het testament benoemd tot executeur-afwikkelingsbewindvoerder van de nalatenschap.
3 Het geschil
[eiser] vordert, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis,
primair:
- te verklaren voor recht dat het testament nietig is, dan wel dat enige nadien opgemaakte uiterste wilsbeschikking nietig is, omdat deze onder invloed van een stoornis van de geestvermogens tot stand is gekomen;
subsidiair:
- deze uiterste wilsbeschikkingen te vernietigen;
primair en subsidiair:
- te verklaren voor recht dat de nalatenschap van erflaatster dient te worden afgewikkeld en verdeeld conform het testament van 1 mei 2012;
- gedaagde te veroordelen om binnen 14 dagen na het eerste verzoek van eiser volledige medewerking te verlenen aan het doen van een volledige schriftelijke opgave van en afdracht aan hem van de volledige nalatenschap van erflaatster op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat zij niet aan deze veroordeling voldoet;
- gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
[eiser] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat erflaatster reeds geruime tijd dementerend was en om die reden vanaf 2013 onder curatele stond. Erflaatster was op het moment van het passeren van het testament op 13 augustus 2015 vanwege dementie niet in staat haar wil te bepalen. Het testament is derhalve nietig.
Partiar bestrijdt dat erflaatster wilsonbekwaam was en stelt dat erflaatster op het moment van het passeren van het testament op 13 augustus 2015 wilsbekwaam was, zodat het testament geldig is.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.