Rechtbank Den Haag, 09-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13150, AWB - 19 _ 5690
Rechtbank Den Haag, 09-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13150, AWB - 19 _ 5690
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 9 december 2019
- Datum publicatie
- 7 mei 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2019:13150
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:885, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 5690
Inhoudsindicatie
In geschil is of de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank leidt het enkele feit dat de auto met twee wielen op de rand van de afbakening van het parkeervak geparkeerd stond niet tot de conclusie dat geen sprake is geweest van parkeren in de zin van de Verordening. Eiser stond geparkeerd op een fiscale parkeerplaats en was parkeerbelasting verschuldigd. Nu vaststaat dat eiser de verschuldigde parkeerbelasting niet heeft voldaan, heeft verweerder de naheffingsaanslagen terecht opgelegd.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 19/5690 en SGR 19/5892
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: [A] ),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Leiden, verweerder.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van verweerder van 29 augustus 2019 en 5 september 2019 op de bezwaren van eiser tegen de aan eiser opgelegde naheffingsaanslagen parkeerbelasting.