Home

Rechtbank Den Haag, 12-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13841, SGR 19/277

Rechtbank Den Haag, 12-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13841, SGR 19/277

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
12 december 2019
Datum publicatie
6 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:13841
Formele relaties
Zaaknummer
SGR 19/277

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft naar aanleiding van een boekenonderzoek de in de jaren 2013 tot en met 2017 op aangifte afgetrokken omzetbelasting gedeeltelijk gecorrigeerd door de per saldo ontvangen omzetbelasting na te heffen. Eiser stelt dat sprake is geweest van overmacht omdat zijn administratie uit zijn auto is gestolen. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van overmacht. Dat de administratie door diefstal verloren is gegaan, dient voor rekening en risico van eiser te blijven. Dat geldt ook voor het gegeven dat eiser niet beschikt over een back-up of andere kopieën van de administratie. Voor het opleggen van de boete heeft verweerder gebruik gemaakt van bewijsvermoedens. Op zichzelf mag verweerder gebruik maken van bewijsvermoedens, maar die vermoedens moeten wel redelijkerwijs voortvloeien uit de aanwezige bewijsmiddelen (ECLI:NL:HR:2011:BN6350). Daarvan is in dit geval geen sprake omdat het bewijsvermoeden slechts is gebaseerd op het onvermogen van eiser om nadere informatie te verstrekken. De boetebeschikking kan daarom niet in stand blijven. Beroep gegrond voor zover dit ziet op de boetebeschikking, voor het overige ongegrond

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 19/277

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel