Home

Rechtbank Den Haag, 05-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:14048, 19_3774 19_3776 19_3777 19_3778 19_3779 en 19_3780

Rechtbank Den Haag, 05-12-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:14048, 19_3774 19_3776 19_3777 19_3778 19_3779 en 19_3780

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
5 december 2019
Datum publicatie
20 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:14048
Formele relaties
Zaaknummer
19_3774 19_3776 19_3777 19_3778 19_3779 en 19_3780

Inhoudsindicatie

Aangezien gesteld noch gebleken is dat sprake is van een ex-rental, behoeft bij het bepalen van de waardevermindering van betreffende auto niet te worden uitgegaan van een ex-rental. Rentevergoeding is niet aan de orde nu geen sprake is van enige teruggaaf van Bpm. Betalingsmoment kan in zaak over hoogte materiële belastingschuld niet aan de orde worden gesteld. Geen schending hoorplicht. Hoogte griffiegeld heeft eiseres niet belemmerd in toegang tot rechter. Beroep ongegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummers: SGR 19/3774, SGR 19/3776, SGR 19/3777, SGR 19/3778, SGR 19/3779 en SGR 19/3780

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 december 2019 in de zaken tussen

[eiseres] , gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres(gemachtigde: [A] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 22 mei 2019 op de bezwaren van eiseres tegen de voldoening op aangiften van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm).

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel