Home

Rechtbank Den Haag, 17-05-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:5206, 19_383

Rechtbank Den Haag, 17-05-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:5206, 19_383

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
17 mei 2019
Datum publicatie
23 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:5206
Zaaknummer
19_383

Inhoudsindicatie

Op grond van de artikelen 3.100, eerste lid, onder a, 3.101, eerste lid, onder a en 3.146, eerste lid, van de Wet IB 2001 wordt een AOW-uitkering geacht te zijn genoten op het moment waarop de uitkering is ontvangen, verrekend, ter beschikking is gesteld of vorderbaar en tevens inbaar is geworden. Eiser heeft een nabetaling van zijn AOW-uitkering ontvangen in 2015. Op grond van de aangehaalde wettelijke bepalingen behoort de nabetaling voor het gehele bedrag tot het belastbaar inkomen uit werk en woning over 2015. Het gelijk is dan aan verweerder en het beroep is ongegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 19/383

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

[eiser], wonende te [plaats], eiser

en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel