Rechtbank Den Haag, 20-06-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:6539, 18_8444
Rechtbank Den Haag, 20-06-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:6539, 18_8444
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 20 juni 2019
- Datum publicatie
- 28 augustus 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2019:6539
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:884, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 18_8444
Inhoudsindicatie
Eiser maakt uitgaven voor extra kleding en beddengoed niet aannemelijk. Ter zake van aangegeven scholingsuitgaven overweegt de rechtbank dat een agenda geen verplicht gesteld leermiddel vormt en dat uitgaven voor computerapparatuur op grond van artikel 6.27 van de Wet IB 2001 niet aftrekbaar zijn. De rechtbank kan het subsidiaire standpunt van eiser niet volgen dat deze uitgaven ondernemingskosten vormen. In het primaire standpunt dat sprake was van scholingsuitgaven ligt besloten dat de agenda en de computer tot het privévermogen van eiser behoren. De rechtbank verklaart het beroep louter gegrond vanwege schending van de hoorplicht.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 18/8444
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juni 2019 in de zaak tussen
[EISER], wonende te [PLAATS], eiser(gemachtigde: A.M.H. Hogervorst),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 18 december 2018 op het bezwaar van eiser tegen de voor het jaar 2014 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV).