Rechtbank Den Haag, 25-07-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:7780, AWB - 18_7426
Rechtbank Den Haag, 25-07-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:7780, AWB - 18_7426
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 25 juli 2019
- Datum publicatie
- 11 oktober 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2019:7780
- Zaaknummer
- AWB - 18_7426
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft in bezwaar de WOZ-Waarde van het perceel op waardepeildatum 1 januari 2016 vastgesteld op € 20.000. Het perceel is direct gelegen aan de rivier De Drecht. Op het perceel bevindt zich 85 m² aan water. In geschil is onder meer of het water dat zich op het perceel bevindt kwalificeert als ‘openbare waterweg’ en derhalve voor de bepaling van de waarde van het perceel buiten beschouwing gelaten moet worden. De rechtbank stelt voorop dat in de wettekst geen omschrijving is gegeven van het begrip ‘openbare waterwegen’. Gelet op het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 november 1962 (ECLI:NL:GHAMS:1962:AY4631) en het arrest van het Gerechtshof Leeuwarden van 6 november 2012 (ECLI:NL:GHLEE:2012:BY2443) is de rechtbank van oordeel dat in het onderhavige geval de 85 m² aan water behorend tot het perceel niet kwalificeert als een openbare waterweg, omdat sprake is van een smalle lange inham die aan drie zijden is omringd door land, waarbij een van de twee kortste zijdes in verbinding staat met De Drecht. Het feit dat, zoals eiseres stelt, het mogelijk is dat derden er zouden kunnen zwemmen of hun kano zouden kunnen aanleggen en eiseres de toegang tot dit water niet heeft belet door bijvoorbeeld het spannen van een touw doet niet af aan het besloten, niet openbare karakter, van dit deel van het perceel. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 18/7426
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiseres(gemachtigde: mr. A. Bakker),
en