Home

Rechtbank Den Haag, 05-09-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:9428, AWB - 19 _ 3252

Rechtbank Den Haag, 05-09-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:9428, AWB - 19 _ 3252

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
5 september 2019
Datum publicatie
6 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:9428
Zaaknummer
AWB - 19 _ 3252

Inhoudsindicatie

Eiser heeft aangevoerd dat de aan de woning toegekende waarde veel te hoog is in vergelijking met de waarden die voor de afgelopen drie jaren aan de woning zijn toegekend.

Deze stelling kan echter niet leiden tot verlaging van de waarde van de woning. De Wet WOZ brengt mee dat de waarde van een onroerende zaak voor elk tijdvak opnieuw wordt bepaald, aan de hand van gerealiseerde verkopen van met de woning vergelijkbare woningen op of rond de waardepeildatum, met voorbijgaan aan de waarde die per een vorige waardepeildatum aan de onroerende zaak is toegekend. De waarde van de woning is vastgesteld op basis van rond de waardepeildatum behaalde verkoopcijfers van met de woning vergelijkbare objecten.

Eiser heeft nog aangevoerd dat de algemene stijging van de huizenprijzen in xxx 7,1% op jaarbasis bedraagt, zodat de waardestijging van de woning met 16,2% niet juist kan zijn. Op grond van de Wet WOZ dient de waarde van woningen te worden gebaseerd op gerealiseerde verkoopcijfers. Algemene stijgingspercentages spelen daarbij geen rol. Overigens heeft verweerder - onweersproken - gesteld dat het (algemene) stijgingspercentage van de prijzen van rijwoningen in xxx bijna 13% op jaarbasis bedraagt.

Dit maakt dat het door eiser genoemde stijgingspercentage van 42% over de afgelopen drie jaar minder buitenproportioneel is dan het op het eerste gezicht wellicht lijkt.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 19/3252

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser

en

Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel