Rechtbank Den Haag, 05-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:1262, SGR 19/5518
Rechtbank Den Haag, 05-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:1262, SGR 19/5518
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 5 februari 2020
- Datum publicatie
- 7 mei 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2020:1262
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:2895, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- SGR 19/5518
Inhoudsindicatie
Eiser maakt niet aannemelijk dat de geldlening aan de Limited op nihil moet worden gewaardeerd in box 3. Eiser heeft het eerste recht van hypotheek waardoor hij zich kan verhalen op de verkoopopbrengst van de onroerende zaken. Dat de Limited niet meer bestaat doet daarbij niet ter zake aangezien het recht van hypotheek rust op de onroerende zaken. Verweerder heeft met een correctie van 30% op de nominale waarde van de vordering in voldoende mate rekening gehouden met eventuele waarde verminderende omstandigheden bij de uitoefening van het recht van parate executie door eiser als hypotheekhouder. Het in juli 2016 door de officier van justitie gelegde conservatoir beslag heeft geen effect op de waardering van de vordering op de waardepeildatum van 1 januari 2015. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 19/5518
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: mr. E.W.A. Voorbij),
en