Rechtbank Den Haag, 26-03-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:3152, AWB - 19 _ 6665
Rechtbank Den Haag, 26-03-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:3152, AWB - 19 _ 6665
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 maart 2020
- Datum publicatie
- 26 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2020:3152
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 6665
Inhoudsindicatie
In geschil is de hoogte van het door verweerder vastgestelde belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Op 1 januari 2015 bestond het vermogen van eiser geheel uit bank- en spaartegoeden. Deze tegoeden behoren tot de rendementsgrondslag voor box 3. Dat een gedeelte van deze tegoeden door eiser wordt beschouwd als zijn pensioenvoorziening maakt dat niet anders. De wetgever heeft immers geen uitzondering gemaakt voor bank- en spaartegoeden die dienen als oudedagsvoorziening. In dat verband is van belang dat het gedeelte van de tegoeden die eiser als zijn pensioenvoorziening beschouwt fiscaalrechtelijk niet als pensioenvoorziening kwalificeert. Derhalve gelden voor (dit gedeelte van) eisers spaartegoeden niet dezelfde regels als voor pensioen dat is opgebouwd via een fiscaal gefacilieerde pensioenregeling. Verweerder heeft de bank- en spaartegoeden van eiser dan ook terecht tot de rendementsgrondslag voor box 3 gerekend. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 19/6665
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
en